Klik voor foto Klik voor foto Klik voor foto
 Klik voor foto Klik voor foto Klik voor foto
 Klik voor foto Klik voor foto Klik voor foto
 Klik voor foto Klik voor foto Klik voor foto
 Klik voor foto
 
“We gaan met medewerkers en klanten om zoals je ook met familie omgaat”
 
Het gedachtegoed van Arie Dekker
Nederland telt veel mooie ‘maak bedrijven’. Eén daarvan is Dekker Zevenhuizen, het familiebedrijf dat al sinds 1930 actief is in de keuken- en inmiddels ook badkamerbranche. “Keukens bestaan uit kasten, apparatuur en de rest. En die rest, dat doet Dekker”, vat CEO Leo van der Velde de activiteiten van het bedrijf bondig samen.
 
KIM sprak met hem en marketing directeur Ben van Elk over de groei van het familiebedrijf, stappen in duurzaamheid en het gedachtegoed van Arie Dekker, dat nog altijd een belangrijke rol speelt in de waarden en propositie van Dekker Zevenhuizen.

Zelf kwam hij in 2012 als opvolger van toenmalig directeur Jan Hogerbrugge aan het roer bij Dekker Zevenhuizen. Om precies te zijn: op 12-12-2012, “zo’n mooie datum, die weet ik beter dan mijn eigen verjaardag”, lacht Van der Velde. Ben van Elk, verantwoordelijk voor de marketingactiviteiten van het bedrijf, is al 32 jaar in dienst van Dekker. Arie Dekker zelf is inmiddels 87. In 1950 begon Arie mee te werken in het bedrijf van zijn vader Gijsbert, die het startte in 1930. In 1998 ging Arie Dekker met pensioen; 65 was hij toen hij het stokje formeel overdroeg, maar hij is nog altijd enorm geïnteresseerd in nieuwe producten en materialen en met regelmaat steekt hij zijn hoofd om de hoek van de kantoren en de fabriek in Zevenhuizen. Bovendien vormen de waarden en de werkwijze die Arie Dekker voorstond, zowel richting klanten en leveranciers als voor zijn eigen medewerkers, nog altijd de basis van waaruit bij Dekker Zevenhuizen wordt gewerkt. “Na zijn pensioen is het bedrijf van een dga-structuur overgegaan naar een structuur met een Raad van Commissarissen en is het bedrijf opgebouwd rond een stichting met een bestuur waarin ook altijd twee leden uit de familie Dekker plaatshebben; momenteel zijn dat Arie Dekker en zijn dochter Jeannette, op termijn worden dit de kleinzoons, die niet operationeel werkzaam, maar wel zeer betrokken zijn bij het bedrijf Dekker. De stichting bewaakt de lange termijn doelstellingen en de cultuur van het bedrijf, die zijn vastgelegd in een familiestatuut. Net als alle medewerkers en leden van de Raad van Commissarissen, moest ook CEO Van der Velde onderschrijven dat hij volledig handelt in gedachte van dit familiestatuut. Het is tekenend voor het bedrijf Dekker. “Hierin staat onder meer opgeschreven dat de continuïteit van de organisatie de primaire doelstelling is en dat winst wel noodzakelijk is, maar dat het daarbij gaat om winstoptimalisatie, niet om -maximalisatie. Iedereen moet zich committeren aan het gedachtegoed van Arie Dekker. Er zijn tegenwoordig ontzettend veel venture-capitalist- en investeringsmaatschappijen die puur naar een bedrijf kijken als een vehikel om geld te verdienen, dat staat 180 graden tegenover hoe Arie Dekker naar zijn bedrijf kijkt. Die ziet het als een soort gemeenschap van mensen van wie hij er zelf nog een heel aantal ooit heeft aangenomen.”

Open, vriendelijk en probleemoplossend
Het gedachtegoed van Arie Dekker, waarin beschreven is waar Dekker voor staat, hoe je met mensen en met je bedrijf omgaat, is notarieel vastgelegd en wordt elke vijf jaar opnieuw bekeken. Van der Velde: “Wie zijn we, waarin maken wij het verschil, het is allemaal opgenomen in het familiestatuut. Het gedrag van de medewerkers, open, vriendelijk en probleemoplossend, de persoonlijke betrokkenheid, wat maakt dat mensen voor ons kiezen. Dat is wat wij van onze mensen verwachten. Daar staat tegenover dat het bedrijf echt zorgdraagt voor zijn medewerkers, dat we eerlijk belonen en medewerkers de kans geven zich te ontwikkelen. Het is zoals je naar familie kijkt: het moet goed gaan met iedereen en we gaan met onze medewerkers en klanten om zoals je ook met familie omgaat.” Goedbeschouwd MVO avant la lettre dus. Maar welke naam er ook aan gegeven wordt - maatschappelijk verantwoord ondernemen, familiewaarden of het gedachtegoed van Arie Dekker -, het zorgt ervoor dat het prettig werken is bij de producent uit Zevenhuizen.

Made in Holland op zes locaties
Momenteel telt het bedrijf ruim 500 medewerkers, verdeeld over verschillende productielocaties, waarvan er zes in Nederland en één in Zweden is gevestigd. In totaal heeft Dekker 76.000 m2 aan productielocatie. De basis ligt in Zevenhuizen, een terrein van 70.000 m2, waarvan 40 duizend m2 productielocatie “onder het dak”. Van der Velde: “Het is allemaal begonnen hier in Zevenhuizen, zo’n twee kilometer van de huidige locatie. Midden jaren negentig is dit terrein aangekocht. Het was destijds veel te groot, maar Arie Dekker zei toen al: “we gaan vanzelf meer produceren en verkopen.” Een vooruitziende blik, want zo ging het inderdaad. In Zevenhuizen staat inmiddels behalve een fabriek en magazijn ook het Dekker Trend Centre, waar weliswaar niet gekocht kan worden, maar waar bezoekers kunnen kijken, voelen en testen. Een experience centrum, waar je wordt omringd door kleuren, materialen en natuurlijk de laatste trends.

Dekker blijft ondertussen groeien. “In 2013 hebben we Erbi in Alphen overgenomen, we hebben Topline overgenomen in 2020, met twee locaties in Beuningen en ’s Heerenberg. En afgelopen jaar, middenin coronatijd, hebben we een nieuwe fabriek in Wijchen geopend. Reden voor deze nieuwe fabriek was, dat het materiaal Topcore zo snel groeide, dat het in de andere fabrieken (Topline in Beuningen en Erbi) te vol werd. Alle productie van Topcore gaat uiteindelijk naar deze nieuwe fabriek van meer dan 6.000 m2 toe, wat betekent dat we bij Erbi en Topline wat meer ruimte krijgen. Bij Erbi hebben we inmiddels de vergunning rond om een deel te overkappen, waardoor daar een flink stuk extra ruimte ontstaat voor de productie van keramiek en composiet. Een sterk groeiend product ook.” Naast de verschillende vestigingen in Nederland, heeft Dekker een productielocatie in Zweden. “Hier hebben we een aantal jaren geleden een fabriek voor werkbladen overgenomen in Tocksfors, vlakbij het Noorse Oslo, van waaruit we de Noorse en Zweedse markt bedienen. Ook daar gaat het bijzonder goed en groeiden we vorig jaar zelfs vijftig procent.”

Efficiënt en modern georganiseerd
De markt voor steen is in Zweden anders dan hier, met traditioneel zeer massieve, zware bladen. Een 3 centimeter dik marmeren blad is er geen uitzondering, maar, zo vertelt Van der Velde, ook daar zie je een kentering ontstaan. De Nederlandse markt is door de keukenretailers wat moderner georganiseerd dan in veel andere landen, zo constateert Van der Velde. “Wat je hier ziet is dat een consument een keuken laat ontwerpen en besteld, en dat de retailer vervolgens apparatuur, meubels en werkblad bij diverse leveranciers besteld, laat binnenkomen, één keer inmeet en dan de nieuwe keuken compleet monteert. In het buitenland is dat anders. Daar krijg je een ontwerp voor je nieuwe keuken en vervolgens wordt het hout bij de éen besteld, komt het werkblad bij een andere leverancier vandaan, komt de timmerman de kastjes timmeren, de elektriciën komt langs voor de apparatuur, de loodgier doet het water, de werkblad specialist meet pas daarna het blad in en komt dat een paar weken later monteren. Een keuken leveren duurt op die manier ontzettend lang en er komen heel veel partijen aan te pas. Dan pas realiseer je je hoe goed en efficiënt georganiseerd de Nederlandse keukenretail is. Volledig ontzorging, in alle segmenten en niet alleen het topsegment, is echt iets van hier.”

Behalve fabrikant van de meest uiteenlopende werkbladen, is Dekker Zevenhuizen ook al jaren actief op het gebied van accessoires (spoelbakken, kranen, achterwanden), in eerste instantie puur als groothandel, maar tegenwoordig met hun eigen lijnen. Van der Velde: “Een aantal jaren geleden hebben we ons eigen label ontwikkeld, vanuit de gedachte dat onze accessoires daarmee echt in stijl zijn met de werkbladen die we leveren. Zelf produceren vergt een andere manier van werken: ineens organiseer je alles zelf. Dat doen we nu meer dan tien jaar en we zien daarin een mooie groei. We willen als Dekker echt een partner voor de vakhandel zijn: alles kunnen leveren wat onder ‘de rest’ valt. Zeker wanneer je werkt met design en trends is dat van wezenlijk belang. Een werkblad blijft nou eenmaal het gezicht van een keuken.”

Alleen maar maatwerk
Maar liefst 7.000 werkbladen worden er wekelijks - los van drie weken zomer- en twee weken kerstvakantie - in de verschillende fabrieken door Dekker gemaakt. Om en nabij dan. Een snelle rekensom leert dat er jaarlijks dus zo’n 330 duizend werkbladen de Dekker fabrieken verlaten. “Dat zijn er inderdaad een heleboel. Wat ons bijzonder maakt, is dat alle werkbladen op order worden gemaakt. Elk blad is maatwerk. Dat maakt de keukenbranche ook interessant. De paradox van het gestandaardiseerde maatwerk; in de productie doen we het zo dat we van alles een individueel model maken, maar wel zo efficiënt mogelijk natuurlijk. Om het nog eens extra ingewikkeld te maken hebben we twaalf verschillende materialen en soorten en rond de 400 kleuren die we standaard voeren. Daar komen nog de ‘niet-standaard’ kleuren bij. Bovendien zijn alle hoogtes mogelijk, waarbij de v-groeven het mogelijk maken ook dikke werkbladen te produceren zonder dat je je een hernia tilt. Van die 7.000 werkbladen per week is er dus niet één gelijk.” Behalve werkbladen is Dekker tegenwoordig zogezegd ook sterk in accessoires. “Zodat alles matcht.” Kranen, gekleurde spoelbakken, de Selsiuz kokend waterkranen, verlichting, gekleurde achterwanden. En sinds 2014 is Dekker ook actief in de badkamerbranche. “Daar doen we in feite hetzelfde. Ook daar heb je immers een werkblad, maar dan voor de badkamer. In hotels zie je tegenwoordig waanzinnig mooie badkamers, dat willen mensen thuis ook hebben. Mensen kiezen uit ons assortiment hun materiaal voor het blad en een spoelbak, die in de badkamer dan wastafel heet. De wastafel, kraan en verlichting kun je vervolgens in kleur mee bestellen. Het idee is in de basis hetzelfde als in een keuken.”

Duurzaamheidsdoelstellingen
“Ons bedrijf is gebaseerd op continuïteit, dan ben je als vanzelfsprekend ook constant bezig met het onderwerp sustainability. Hoe zorgen we ervoor dat we niet alleen de 100 jaar halen, maar ook nog lang daarna.” In 2030 moet alles wat aan de overheid gerelateerd is circulair zijn. Binnen Europa lopen Scandinavië en Nederland daarin voorop. “Vanuit onze continuïteitsgedachte is Dekker veel bezig met toekomstige materialen. We kunnen niet de hele wereld verbeteren, maar het begint wel bij jezelf. Natuurlijk kun je dan zeggen: wat heeft een werkblad nou voor invloed op de wereld? Maar daar gaat het niet om. Als iedereen z’n steentje bijdraagt, dan halen we die doelstellingen met z’n allen. Wij moeten ons best doen op het gebied waar wij invloed op hebben, de productie van werkbladen, om zo bij te dragen aan de duurzaamheidsdoelstellingen van de VN.”

Wat doet Dekker concreet als het aankomt op duurzaamheid? Van der Velde en Van Elk vertellen: “In 2015 hebben we de Nationale Innovatie en Duurzaamheidsprijs Wonen gewonnen met onze Greengridz keukenbladen. Deze prijs werd uitgereikt bij Bavaria, die was verkozen tot het beste familiebedrijf wereldwijd. De CEO van Bavaria, de achtste generatie al, vertelde destijds over ISO 26000, waarbij je de duurzame speerpunten bepaalt specifiek voor jouw bedrijf. Zo zijn wij ook gestart; wat doen we al, wat vinden wij belangrijk. We hebben auditbedrijf FIRA ingehuurd, om tot concrete doelstellingen te komen om onszelf nog verder te verbeteren. Wat we al heel goed deden, was de omgang met medewerkers, de familiewaarden. Ook qua circulariteit waren we al heel aardig bezig. Maar waar we wel tegenaan liepen was de inkoop van materialen, de samenwerking met partijen in de keten, daar konden we nog scherper kijken naar de oorsprong van onze grondstoffen”, aldus Van der Velde. “Je moet ervoor zorgen dat je toeleveranciers op dezelfde manier werken en vergelijkbare waardes hanteren als jijzelf. Om die reden hebben wij ook afscheid genomen van een aantal toeleveranciers. Met name op het gebied van natuursteen”, vertelt Van Elk. Vanuit Dekker nam hij plaats in de werkgroep Trustone, een initiatief van de SER met betrekking tot verantwoord inkopen van natuursteen. “Wij kunnen op hoofdlijnen best beoordelen of een bedrijf in orde is, maar je kunt als individueel bedrijf niet elk detail in de diepte controleren. Als het bijvoorbeeld gaat om eerlijke beloning, is dat heel lastig te beoordelen. Hetzelfde geldt voor zaken als kinderarbeid, of het gebrek aan veilige of gezonde werkomstandigheden.” De natuursteensector is een relatief ondoorzichtige branche. Het materiaal komt uit steengroeves uit onder meer China en India en vaak wordt er gewerkt via tussenhandelaren. Reden voor Dekker in 2019 het IMVO-initiatief Trustone te ondertekenen, voor een eerlijke en duurzame handel in natuursteen. Dit convenant geeft het bedrijf handvatten om leveranciers te vragen zich in te zetten voor maatschappelijk ondernemen.

De lat weer wat hoger
Verbeterpunten blijven er altijd, het gaat om het definiëren en meten van ambities. “Zodra doelstellingen gerealiseerd zijn, leggen we de lat weer hoger. Er blijft altijd wat te verbeteren, deze doelstellingen zijn er ook om onszelf scherp te houden”, aldus Van der Velde. En, zo vult Van Elk aan: “Het is belangrijk er transparant over te zijn. Het is geen black box. Een van onze doelstellingen is dat 60 procent van onze toeleveranciers een CSR (Corporate Social Responsability) rapport moet publiceren. Daar zijn we inmiddels en nu schalen we op naar 70 of 80 procent.” Van der Velde: “Het lijkt wel een beetje op golf, je speelt vooral tegen jezelf en het is de uitdaging jezelf te verbeteren.”

Nog even over Greengridz, het prijswinnende materiaal dat in 2012 door Dekker werd ontwikkeld: een basis met een top- en een onderlaag, waarmee een sandwichpaneel wordt gecreëerd, waardoor er 60 procent minder hout en grondstoffen nodig zijn. “Dat is preventie. Maar het heeft ook effect op arbeidsomstandigheden, transportgewicht en vervolgens kunnen we het recyclen en het materiaal hergebruiken als actief koolstof. Zo is de cirkel weer rond.” Toetsing door KEMA van de impact van Greengridz, leert dat het materiaal zorgt voor 60 procent minder CO2 uitstoot in vergelijking met een regulier multiplex blad. Van Elk blikt terug: “Bij de introductie was er de nodige scepsis. Een klant die nauwelijks kon geloven dat het ons Greengridz blad echt heel sterk is, sloeg er met een rubberen hamer op, die vervolgens als het ware terugstuiterde. Het is namelijk ook nog eens een heel flexibel materiaal. Hij was dus snel overtuigd.” Van der Velde somt de vele voordelen van Greengridz op: “Het is niet alleen duurzaam, maar daarnaast is het, anders dan bij biologisch vlees bijvoorbeeld het geval is, ook niet duurder dan multiplex, het is ecologisch verantwoord, lichter, watervaster en stootvaster. Toch is pas de helft van de laminaat werkbladen in Nederland gemaakt van dit materiaal. Het doel is wat ons betreft uiteindelijk 100 procent, wij zouden graag zien dat iedereen hierop over gaat. Maar zoiets kost tijd.”

Ondertussen zijn ze bij Dekker druk bezig met de verdere ontwikkeling van duurzame materialen. Zo werkt het bedrijf sinds enige tijd samen met het bedrijf Sustonable, dat een duurzaam alternatief voor stenen werkbladen ontwikkelt. “Zij maken een 100% circulair materiaal, gebaseerd op minerale quartz gemengd met gerecyclede petflessen. Dekker participeert in de ontwikkeling van Sustonable, met als doel in de toekomst Sustonable bladen op maat te kunnen leveren voor zowel keukens als badkamers.”
 
 
◀ Terug Delen
 
STS• Sanitair & Tegel Specialist | 2022 - maart | Pagina(s) 50
 
Gerelateerde bedrijven
Relevante publicaties
Uw mening
U heeft al eerder aan de huidige stemming(en) deelgenomen.
 
Klik hieronder om de resultaten van de laatst gehouden stemmingen te bekijken