Dit blijkt uit de ‘Toekomsttest voor de woningvoorraad’, een onderzoek onder ruim tweehonderd medewerkers van woningcorporaties, uitgevoerd door USP Marketing Consultancy en SlimRenoveren, namens Staalfederatie Nederland. De ondervraagden denken verder dat duurzaamheid, individuele klantbenadering en vergrijzing de belangrijkste toekomstige thema’s worden in de sociale woningsector.
Van de respondenten verwacht 43 procent dat het aantal sociale huurwoningen afneemt, 65 procent denkt dat corporaties minder kunnen investeren. Het zwaartepunt in die investeringen zal verschuiven van nieuwbouw naar de bestaande voorraad; 70 procent van de respondenten denkt dat de grootschalige nieuwbouwontwikkelingen voorbij zijn en dat nieuwbouw nog uitsluitend op kleine schaal zal plaatsvinden. Van de stedelijk georiënteerde corporaties geeft eenderde aan nog wel mogelijkheden voor grootschalige nieuwbouw te zien in de komende twintig jaar.

Thema’s
De respondenten zien individuele klantbenadering, vergrijzing en duurzaamheid als belangrijkste thema’s voor de toekomst. Een meerderheid van de corporatiemedewerkers vindt dat bewoners mee moeten praten over het beleid rondom hun woning en het onderhoud ervan. Zo’n 70 procent van de respondenten geeft aan dat met het oog op de aankomende vergrijzing zo veel mogelijk woningen levensloopbestendig moeten worden gemaakt, bij voorkeur seriematig. Ook duurzaamheid wordt een belangrijk thema genoemd. Het gaat dan niet alleen om energiebesparing, maar ook om de kwaliteit en levensduur van het vastgoed.

Renovatie
De corporatiemedewerkers schatten de levensduur van een grondgebonden woning op 65 jaar en van een gestapelde woning op 50 jaar. Tevens vinden zij voor alle woningtypen een renovatie voor een periode van 25 jaar kansrijker dan een hoog niveau-renovatie voor 50 jaar. Bij een levensduur van 50 tot 65 jaar op een voorraad van 2,88 miljoen huurwoningen zouden er de afgelopen tijd jaarlijks 44.000 tot 58.000 woningen vervangen moeten zijn door nieuwbouw, maar dat waren er slechts circa 20.000. Sloop en vervanging gaan dus aanzienlijk minder snel dan volgens het levensduurperspectief van de corporatiesector wordt ingeschat, met een langere noodzakelijke levensduur van het bezit tot gevolg. Corporaties zouden er daarom verstandig aan doen om bij renovatie verder vooruit te kijken dan de gebruikelijke 25 jaar en eerder te kiezen voor een hoog niveau-renovatie in combinatie met een langere exploitatieduur.