Overmoed en onbehagen
 
'Overmoed en onbehagen' is de titel van het nieuwe boek van Bert de Vries, de oud-CDA-leider. Het beschrijft het optreden van het huidige kabinet. Mij doet deze titel denken aan de manier waarop deze regering per 1 januari a.s. ingrijpt in ons sociale zekerheidsstelsel. Een onvoorstelbare hoeveelheid onrijpe en halfgare wetgeving en maatregelen komt op ons af. Je zult maar ondernemer zijn en werknemers in dienst hebben.
Zelfs het per 1 september 2005 'simpel' laten vrijvallen van spaarloontegoeden, die van 2001 tot en met 2004 zijn gespaard, stuit op problemen. Het voorstel is wel door de Tweede Kamer, maar nog niet door de Eerste Kamer aangenomen. Als de Eerste Kamer niet met de wijziging instemt, zou dat er toe kunnen leiden dat velen inmiddels ten onrechte spaarloongeld hebben opgenomen. Geen ramp: in dat geval wordt in een nog te verschijnen beleidsbesluit geregeld dat er geen sancties worden opgelegd.
Ook bij de invoering van de VPL-wetgeving (VUT, Prepensioen, Levensloopregeling) blijft het repareren. Voor ongeveer 25 % van de werknemers blijken de pensioenregelingen niet op tijd te zullen zijn aangepast aan de nieuwe wetgeving. Het gaat om maar liefst 1,5 miljoen werknemers. Toch wil het kabinet de Wet VPL per 1 januari 2006 invoeren. Nog niet aangepaste pensioenregelingen worden daardoor onzuiver. Om dat te verhelpen denkt het kabinet over het invoeren van een aanvullend overgangsrecht, geldend tot 1 januari 2007: een uiterst ongelukkige oplossing.
Je zou overigens met de levensloopregeling maximaal 210 % van je salaris bij elkaar kunnen sparen. Als het pensioen zou moeten uitkomen op 70 %, zou je alsnog drie jaar eerder, dus op je 62-ste, met pensioen kunnen. Maar nee hoor. Het kabinet moet dat zoveel mogelijk zien te voorkomen. We zullen echt langer moeten werken. Ten minste als we niet geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn.
Naast volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid (IVA), komt er een categorie mensen die minder dan 35 % arbeidsongeschikt zijn. Zij krijgen geen uitkering. Voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten wordt het ongelooflijk belangrijk of zij wel of geen baan hebben. Wordt er niet gewerkt of minder dan 50 % van de resterende verdiencapaciteit benut, dan is er alleen recht op een vervolguitkering die gebaseerd is op het wettelijk minimumloon en de mate van arbeidsongeschiktheid. Rekenvoorbeelden tonen aan dat dit een enorm inkomensverlies oplevert.
Maar we zijn er nog niet. Vanaf 1 januari 2004 is de nieuwe Wet Werk en Bijstand van kracht. Er zijn wijzigingen in de werkloosheidswet, de ziektewet en in de Arbo-wet. De wet verbetering poortwachter leeft als nooit tevoren. Als werkgever moet u er alles aan doen om bij ziekte het reïntegratieproces te bevorderen of straffe van loondoorbetaling met maximaal één jaar, nadat er al twee ziektejaren verstreken zijn.
En of dit alles nog niet genoeg is, krijgen we per 1 januari 2006 het nieuwe zorgstelsel. In veel gevallen zullen de kosten voor de werkgever hoger worden. Om inzicht te krijgen in de wijze waarop medewerkers zijn verzekerd, kunnen collectieve contracten raadzaam zijn. Bovendien moeten zorg en verzuim goed op elkaar aansluiten. Uiteindelijk gaat het om begeleiding van uw factor arbeid. Inzicht is daarbij onontbeerlijk. Wacht niet af, maar laat u de komende tijd, ruim vóór 1 januari, goed voorlichten.

Mr. drs. B.H.J. de Regt FFP
 
 
◀ Terug Delen
 
KWM• Karwei Management | 2005 - september | Pagina(s) 9
Categorie: Adviezen, Management
 
Relevante publicaties
Uw mening
U heeft al eerder aan de huidige stemming(en) deelgenomen.
 
Klik hieronder om de resultaten van de laatst gehouden stemmingen te bekijken