Eind maart vermeldde bijna éénderde van de detaillisten (43.000) alle prijzen al in zowel guldens als euro's. 21 Procent deed dat bij een gedeelte van het assortiment (30.000). Dit blijkt uit het rapport Convenant Dubbelprijzen van het NIPO.

Uit het rapport blijkt dat het aantal detaillisten dat geheel of gedeeltelijk dubbelprijst tot 73.000 is gestegen. Driekwart jaar geleden bedroeg dit aantal nog 28.500. De verwachting is dat aan het eind van de eerste helft van 2001 het aantal detaillisten dat alles dubbel prijst, is gestegen naar 48 procent van de detaillisten die prijzen weergeven (49.000 vestigingen). Dit wordt geconcludeerd op grond van antwoorden van de detaillisten die nog niet het volledige assortiment dubbelprijzen, maar het nog wel willen gaan doen.
De huidige stand van zaken is dat 71 procent van de detaillisten die prijzen weergeven (103.900) één of meerdere wenmiddelen inzet om de klant aan de euro te laten wennen. In vergelijking met het tweede kwartaal van 2000 is het aantal detaillisten dat één of meer wenmiddelen inzet, sterk toegenomen, namelijk van 41 procent naar 71 procent. Gemiddeld worden er door de detaillisten die prijzen weergeven 1,4 wenmiddelen ingezet. Hierbij kan gedacht worden aan omrekenmachines, borden posters, displays en het vermelden van dubbelprijzen op de kassabonnen.
Het convenant dat de Raad Nederlandse Detailhandel, de Nationale Winkelraad van MKB-Nederland en de Consumentenbond eind 1999 sloten met als doel de consumenten te laten wennen aan de nieuwe europrijzen, is niet overal bekend. Op dit moment is 62 procent van de ondervraagden op de hoogte van het convenant.