'3,2 miljoen woningen zijn toe aan renovatie'
 
Voorzitter Elco Brinkman van Bouwend Nederland:
Het gros van de woningvoorraad uit de jaren vijftig en zestig is hard toe aan een echte inhaalslag. Dat meent mr. drs. Elco Brinkman, voormalig politiek leider van het CDA en nu voorzitter van de werkgeversorganisatie Bouwend Nederland. Daarmee doelt hij niet op een extra likje verf, maar op een ingrijpende renovatie, inclusief bijvoorbeeld een opknapbeurt van de keuken of badkamer. Omgerekend komt dat neer op 3,2 miljoen woningen die overduidelijk een ingreep nodig hebben om bij de tijd te blijven. Daarmee schetst hij voor de bouw- �n voor de afbouwsector een buitengewoon rooskleurig beeld: 'Er is nog enorm veel werk te doen.'
 
Na zijn afscheid van de landelijke politiek medio jaren negentig wist Elco Brinkman al snel zijn draai te vinden in de bouwwereld. In eerste instantie werd hij voorzitter van het Algemeen Verbond Bouwbedrijf (AVBB). Na de fusie met andere bouworganisaties werd hij voorzitter van Bouwend Nederland, de grootste werkgeversorganisatie in de bouw, met in totaal 5.000 leden. Nog altijd weet Brinkman het landelijke nieuws te halen, bijvoorbeeld vorig jaar met zijn uitverkiezing door de Volkskrant als 'machtigste man' van Nederland.
Onlangs, bij de bekendmaking van de cijfers over de woningbouw door het CBS, reageerde Bouwend Nederland kritisch. In 2006 zijn er 72.000 nieuwe woningen gebouwd. Op zich een fraai resultaat, maar dat steekt volgens de werkgeversorganisatie nog altijd schril af bij de beoogde 80.000 die de overheid op jaarbasis wil realiseren.
'Al kabinettenlang wordt gepropageerd via indikking in bestaande steden meer ruimte te vinden. Telkens blijkt dat moeilijk te realiseren. Ook het nieuwe kabinet wil meer bouwen met een maximum van 100.000 nieuwe woningen per jaar. Wij juichen dat toe, omdat de behoefteramingen onder de bevolking laat zien dat die vraag zeker bestaat. Maar we vragen ons wel af of dat te realiseren valt wanneer zo nadrukkelijk op de steden wordt geconcentreerd.
Bovendien is te zien dat het bouwen van nieuwe woningen relatief steeds minder belangrijk wordt. Het wordt althans een steeds grotere opgave om de bestaande woningvoorraad op niveau te houden. We staan nu met name voor de uitdaging om woningen uit de jaren vijftig en zestig bij de tijd te krijgen. Dat zijn ruwweg 3,2 miljoen woningen die �cht voor een inhaalslag staan. Niet alleen vanuit bouwtechnisch oogpunt, maar ook qua comforteisen die we vandaag de dag stellen. En dan denk ik bijvoorbeeld aan de inrichting van de keuken, badkamer of toiletruimte. Ook het 'rollatorproof' maken van woningen is een duidelijke uitdaging. De vergrijzing speelt een belangrijke rol. Mensen willen zich ook op latere leeftijd gemakkelijk bewegen in hun woning.
Er komt nog een derde factor bij. We zijn allemaal bezorgd over het klimaat, dus willen we graag dat woningen zo energiezuinig worden gebouwd. Met nieuwbouwwoningen lukt dat nog wel. Maar in de bestaande voorraad is wat dat betreft nog een wereld te winnen. Er ligt dus nog enorm veel werk.'

Spanning
'Nu de beoogde aantallen van 80 of 100.000 niet worden gehaald, resulteert dat in meer spanning op de woningmarkt. Voor starters, maar ook voor de doorstroming, is het gebrek aan nieuwe panden een belangrijk probleem. Door de schaarste lopen de prijzen enorm op. Mensen vinden dat ze heel erg veel betalen voor hun woongenot. Zelfs in het hogere segment zie je dat signaal. Mensen die zeven of acht ton betalen, hebben soms het gevoel dat ze er vier of vijf ton woongenot voor terugkrijgen.
Er komen daar bovendien nog twee problemen bij. Starters lopen niet alleen aan tegen de hoge prijzen, maar ook tegen emotionele barri�res, zoals het aanvragen van vergunningen. En het tweede probleem: de mobiliteit is enorm toegenomen. Dat heeft ook een keerzijde, namelijk de enorme toename van de verkeersdrukte. Mensen willen graag d�cht bij hun werk zitten op een plek waar ze fijn kunnen toeven. Kortom, de markt zit niet zo soepel in elkaar. Verhuizen is gemakkelijker gezegd dan gedaan.
Er is niet eens zozeer een probleem met de totaliteit aan woningen. Er is veel meer behoefte aan een bepaalde kwaliteit. Dat heeft deels te maken met het type woningen dat we hebben gebouwd. Na de oorlog zijn we ruimer gaan bouwen, maar nog altijd bestaat er een onderliggende wens van veel mensen om hun woning aan te passen aan de veranderende gezinssamenstelling. Ook het werken aan huis neemt een vlucht, wat op zich net zo goed invloed heeft op de samenstelling van de woning. We zien nu wel dat er geleidelijk aan meer woningen op de markt komen waar de gebruiker meer variatie in kan aanbrengen. Dan is de woning aanpassen niet alleen een kwestie van de keuken verbouwen of de badkamer verbeteren. Mensen willen hun woning ook kunnen aanpassen zonder stevige verbouwingsingrepen.
Dat heeft grote gevolgen voor de afbouwsector. De inspanningen van die branche schuiven steeds meer op naar het midden van de bouwketen. De sector geeft aan dat de bedrijven gebruiksvriendelijker willen bouwen en meer willen luisteren naar de wensen van de klant. Dat is nog een hele klus. Van oudsher zijn we gewend om eerst de buitenkant te bouwen en daarna aandacht te hebben voor de binnenkant. Als de woning is opgeleverd, krijgt de bewoner pas de sleutel. Pas dan kan hij gaan beslissen over de indeling. Geleidelijk aan leren we om meer van binnen naar buiten te werken. De gebruiker kijkt op een andere manier naar zijn huis dan de bouwende partijen. De gebruiker wil zijn raam bijvoorbeeld meer naar links, omdat die z'n bank op een bepaalde plek wil zetten. Mensen willen zelf over hun badkamer en keuken beslissen.
Daarbij speelt nu wel de vraag wie dat allemaal moet gaan betalen. Meer comfort en meer variabel bouwen betekent ook een bepaalde kostenverhoging. We maken ons daarom zorgen over de bevriezing van de discussie over financi�le kanten van het wonen . Als je beseft dat er nog veel werk te doen is, en je fixeert die discussie opnieuw vier jaar, dan schiet dat allemaal niet op. Hetzelfde geldt voor de huren. Waarom moeten de huren bevroren worden als er echt behoorlijke investeringen nodig zijn? Iedereen weet dat als je de goedkoopste keuken neemt, je niet de mooiste keuken krijgt. Kwaliteit kost geld. Maar laat de mensen wel vrij in hun keuze. Als mensen voor een prikkie willen wonen, dan krijgen ze ook kwaliteit voor een prikkie.
Waar we tegenaan lopen, is dat het hele systeem met huren en hypotheekrente-aftrek compleet zit dichtgetimmerd met allerlei eisen ronden kwesties als overdrachtsbelasting of onroerend zaakbelasting. Wij hebben gezegd: waarom neem je niet het hele systeem op de schop. Als je constateert dat onderhoud van de bestaande woningvoorraad belangrijk is, dan moet je ook het instrumentarium aanpassen.'

Bij het onderhoud van het eigen huis zou u graag een aftrek willen zien. Betekent dat ook dat ik de kosten van een ZZP'er of de aankoopbonnen van een bouwmarkt mag aftrekken?

'Het klassieke punt bij de fiscus is: als ik het onderhoud van het huis aftrekbaar maak, wie garandeert mij dan dat mensen dat bedrag niet aan hun vakantie uitgeven? Je kunt daarover zeggen dat er al bestaande structuren zijn waar je de slechte elementen uit kunt weglaten en de goede elementen uit kunt meenemen. Bij monumentrestauratie zijn daar al ervaringen mee. Het opknappen van een monument wordt deels ook financieel ondersteund. Verder snappen mensen heus wel dat ze niet meteen geld krijgen als ze ergens een bonnetje inleveren. Bovendien is het natuurlijk wel zo dat er door moderne communicatie veel koppelingen mogelijk zijn. Alles staat in de pc, dus is het navolgen van verbouwingtrajecten ook heel goed mogelijk.
Wat we sowieso zien is een enorme bouw- en verbouwbehoefte voor de komende jaren. Er is werk volop. Ook het verschijnsel van mensen die zelfstandig werken in de bouw neemt behoorlijk toe. E�n op de vier mensen is actief als zelfstandige. Vroeger was dat ��n op de tien. Op zich staan we daar positief tegenover. ZZP'ers zijn ondernemende mensen die het hun klanten naar de zin willen maken.'

De Energieprestatienorm voor woningen is recent verder aangescherpt. Op welke wijze gaat u daar mee om?

'We hebben gezegd: wij bouwen de vloeren, daken en wanden zo energie-effici�nt mogelijk. Dat kan met behulp van de bestaande techniek. Dat levert objectief een enorme energiebezuiniging op. In de nieuwbouw is dat standaard, maar in de oudbouw is daar nog een hele klus te doen.
Voor heel veel mensen komt toch bijvoorbeeld het opknappen van de sanitaire voorzieningen op de eerste plaats. Energiebesparing wordt op de lange baan geschoven. Dat is niet alleen een kwestie van voorlichting. Een gemiddelde oude woning vergt een investering van pakweg 7500 euro om die energiezuiniger te maken. Dat kun je voor een stukje financieren, bijvoorbeeld door bepaalde goedkope leningen te verschaffen die bedoeld is om de woning beter te laten presteren. Daar valt best een systeem voor te bedenken. Hoe dat financieringstechnisch moet, laat ik even in het midden, maar het kan zo zijn dat de consument er een paar jaar doet om die aflossing te betalen. Ik noemde het aantal van 3,2 miljoen woningen die hard toe zijn aan een herinvestering. Als je er 300.000 per jaar aanpakt, dan doen je daar dus tien jaar over. Dat levert natuurlijk geweldig veel werkgelegenheid voor de bouw-, installatie- en de inrichtingssector.'

Nog even terug naar de arbeidskrachten. Wat opvalt is dat er een druk ontstaat op de toestroom van nieuwe medewerkers, terwijl er aan de andere kant een sterke opkomst is van zelfstandigen. Hoe gaat de sector daar mee om?

'Er is in zijn totaliteit een groot tekort aan vakbekwame arbeidskrachten. Op dit moment hebben we 19.000 acute vacatures. Dus vandaag kunnen 19.000 mensen meteen aan de slag. Of die mensen zich nu aanmelden bij een bouwbedrijf of de baan op gaan als ZZP'er, we hebben ze allemaal heel hard nodig. Op verschillende manieren proberen we daar aandacht voor te vragen, zoals via de 'Dag van de Bouw', die we dit jaar op 2 juni gaan houden. Ditmaal is er extra aandacht voor jongeren, waarmee we hen enthousiast willen maken voor de vele uiteenlopende opleidingen en functies die de sector te bieden heeft. Ook in de financi�le waardering of de koppeling tussen studie en werk laat de sector zien dat we een prachtig vak hebben.'


Stellingen:

Technisch onderwijs moet weer terug naar zijn oude vorm: de LTS moet weer open.

'Ook mensen met twee rechterhanden moeten wel kunnen nadenken. Dus moet technisch onderwijs meer vakgericht worden, maar tegelijkertijd aangepast aan de moderne tijd. Denk aan dienstvaardigheid naar klant, intersectoraal, ICT, en dergelijke.'

De hoge grondprijs is fnuikend voor (her-)investeringen in de woning, zoals bijvoorbeeld een keuken-, badkamer- of opknapinvestering.

'Steeds minder waar voor steeds meer geld houdt klanten noch de kiezers vast. Dus of meer m2 dan wel m3 voor dezelfde grondprijs of minder betalen voor de huidige stukjes grond.'

Investeren in de eigen woning moet financieel aantrekkelijker gemaakt worden.

"Een huis gaat langer mee dan een (auto)mobieltje en dus mag sparen daarvoor (fiscaal) beter gefaciliteerd, zowel bij nieuwbouw als bij renovatie.'

Ik zou nooit willen wonen in een Vinex-wijk.

'Als een Vinex-wijk direct oudere bomen, grotere speelplaatsen en meer water in de wijk krijgt, is het er prima toeven.'

 
 
◀ Terug Delen
 
STS• Sanitair & Tegel Specialist | 2007 - augustus | Pagina(s) 14,15,16,17
Categorie: Brancheorganisaties
 
Relevante publicaties
Uw mening
U heeft al eerder aan de huidige stemming(en) deelgenomen.
 
Klik hieronder om de resultaten van de laatst gehouden stemmingen te bekijken