Overblijvers focussen op woontrends
 
Behangindustrie zit in lastig parket
Vorig jaar Esta & Sanders in Enschede, dit jaar Novo-Wallco in Haaksbergen. Gerespecteerde namen als Rath & Doodeheefver of Sanders & Sanders bestaan niet meer als zelfstandige unit, maar zijn opgegaan in grotere entiteiten. Kortom, het gaat slecht met de behangindustrie in Nederland.
 
Marketingmanager Sanne Ribbers van Eijffinger wil dit signaal graag nuanceren. Strikt genomen klopt het dat de fabricage van behang op z'n Nederlandse gat ligt, maar met de beleving van behang daarentegen gaat het fantastisch. Het grote geheim van Eijffinger is misschien wel dat de leverancier geen eigen productieproces kent, maar het laten maken van behang uitbesteed aan fabrikanten in België, Duitsland, Engeland en Italië. 'Fabrikanten hebben vooral behoefte aan productie draaien, aan grote volumes maken. Wij daarentegen leveren kleinere series, die goed aanslaan en erg in trek zijn juist bij een jonge doelgroep. Als afzonderlijke fabrikant is dat minder interessant, maar wij ontdekken juist een sterke opwaardering van kleine aantallen. Jonge mensen behangen niet meer heel hun kamer, maar misschien slechts één muur.'
De heropleving van de belangstelling kwam vorig jaar op gang, vertelt Ribbers. En momenteel is die eigenlijk compleet losgebarsten. Eijffinger doet zowel in behang als in gordijnstof. Terwijl die verhouding vroeger lag op 40/60-procent, is de verkoop van die twee groepen nu volledig rechtgetrokken. 'Het gaat uitstekend met ons. Die voorspoed hebben we vooral te danken aan het aanhaken bij de moderne leeftrends. Dat zou eigenlijk iedere leverancier moeten doen, maar zoals ik al zei, hebben traditionele behangfabrikanten daar meer moeite mee.'

Relatief laat
Joost Eijffinger is directeur van The Design Department, licentiehouder van merken als Esta for Kids, Esta Home, Origin en het prestigieuze Sanders & Sanders (Eijffinger, legt hijzelf uit, is inderdaad een telg van de behangfamilie, maar dat is weer een heel ander verhaal). 'De behangproductie an sich is de laatste jaren in Nederland stevig ingekrompen. Dat is op zich geen unicum, ook de textielindustrie is uit Nederland verdwenen. Dat behang deze ontwikkeling nu overkomt, heeft te maken met de waarde per volume. Een behangrol is relatief goedkoop. Dus duurt het langer voordat het financieel interessant wordt om een behangrol in het buitenland te maken, laat staan in het Verre Oosten.'
Dat de behangindustrie het voor zijn kiezen heeft gekregen, hangt nauw samen met de tijdsgeest. Vroeger, toen de huizen nog met kolenkachels werden verwarmd, maakte het oude, groezelige behang één keer per jaar plaats voor het nieuwe. Dat is niet meer. Bovendien kiezen mensen vaker voor verf. 'De totale markt op retailniveau is pakweg 125 miljoen euro groot. Dat is relatief klein. Voor een behangfabrikant is het eigenlijk nauwelijks mogelijk om in Nederland te overleven', stelt Eijffinger, die daarentegen net als zijn collega constateert dat de belangstelling voor behang weer in de lift zit. Niet voor het traditionele, maar voor het afwijkende en kwalitatief betere behang.
 
 
◀ Terug Delen
 
KWM• Karwei Management | 2005 - september | Pagina(s) 6
Categorie: Wandbekleding
 
Relevante publicaties
Uw mening
U heeft al eerder aan de huidige stemming(en) deelgenomen.
 
Klik hieronder om de resultaten van de laatst gehouden stemmingen te bekijken