Verschillen in voedings- en non-foodsector
De omzetgroei was te danken aan zowel hogere prijzen als een hoger verkoopvolume, zo verklaart het CBS. Eerdere omzetstijgingen waren voornamelijk door prijsverhogingen. In de voedingssector steeg de omzet met ruim 2 procent, hoewel supermarkten een lichte daling in het verkoopvolume zagen, terwijl speciaalzaken juist meer verkochten. In de non-foodsector nam de omzet met 4,5 procent toe, vooral door hogere verkopen bij drogisterijen, kleding- en schoenwinkels.

Daling in consumentenelektronica en huishoudartikelen
In de non-foodsector steeg de omzet met 4,5 procent ten opzichte van het eerste kwartaal van 2023, met een toename van 4,8 procent in het verkoopvolume. Vooral drogisterijen, kledingwinkels, en winkels in schoenen en lederwaren noteerden hogere verkopen. Daarentegen daalde de omzet bij winkels in consumentenelektronica en overige huishoudartikelen, zoals meubels en verlichting.

Groei in online omzet
In het eerste kwartaal van 2024 steeg de online omzet van detailhandelaren met 3,8 procent ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder. Winkels die uitsluitend online verkopen zagen hun omzet met ruim 5 procent groeien. Ook bij multichannelers, die zowel online als via fysieke winkels verkopen, nam de online omzet toe, zij het met bijna 2 procent.

Toename faillissementen onder detailhandelaren
Er waren 98 faillissementen in de detailhandel, een stijging van ruim 14 procent ten opzichte van dezelfde periode in 2023. Dit was minder dan de 45 procent stijging in faillissementen bij alle bedrijven. In het eerste kwartaal waren er bijna 170 duizend detailhandelsbedrijven, wat 7,3 procent van alle Nederlandse bedrijven vertegenwoordigt.