De omzet van de Hornbach Group steeg in de eerste negen maanden van afgelopen boekjaar met 4,2 procent naar 4,7 miljard euro. De verwachtingen voor het vierde kwartaal in Nederland zijn minder hoog door de lockdown in ons land. Algemeen directeur Hornbach Nederland Evert de Goede: “Het is best bijzonder om de omzet van 2021 te vergelijken met de resultaten van vorig boekjaar; 2020 was immers een ongekend klusjaar. We zijn tevreden met een stabilisering van de omzet, zeker gezien het feit dat we in het derde kwartaal al te maken hadden met beperkte openingstijden. Ten opzichte van het derde kwartaal van vorig jaar, is onze omzet in kwartaal drie van 2021 vrijwel gelijk gebleven. Ook het online-aandeel in de omzet is constant gebleven, wat aangeeft dat klussers bouwmaterialen structureel online inkopen. In kwartaal drie openden we bovendien de deuren van onze 16e Hornbach-vestiging in Apeldoorn en de allereerste Hornbach Vloeren in Kerkrade.”
De verwachtingen voor kwartaal vier zijn volgens Evert de Goed een stuk minder positief vanwege de lockdown. “De volledige winkelsluiting is erg abrupt. Natuurlijk zetten wij onze schouders er weer onder en blijven we klussers van dienst via onze Onlineshop en service reserveren en afhalen. Ik wil mijn waardering uitspreken voor de onvermoeibare inzet van alle medewerkers die klussend Nederland zo goed mogelijk van dienst blijven.” 
De geconsolideerde omzet van Hornbach Group steeg in het derde kwartaal dus met 4,2 procent naar een totaal van 4,7 miljard euro. De grootste operationele subgroep, Hornbach Baumarkt AG, zag de omzet in dezelfde periode met 3,8 procent toenemen naar een totaal van 4,3 miljard euro. Dit deelconcern exploiteerde in totaal 167 vestigingen en online winkels in negen Europese landen. Deze webshops boekten in de eerste negen maanden van het boekjaar een omzet van 769 miljoen euro, een groei van 37,5 procent en een omzetaandeel van 17,5 procent.
In de acht Europese landen (buiten thuisland Duitsland) nam de netto-omzet met 8,1 procent toe, naar een totaal van 2,17 miljard euro. Het buitenlandse aandeel van de subgroep steeg daarmee naar 49,4 procent.