Bouwsector moet het internet op
 
Ook social media biedt veel kansen
Fabrikanten in de bouwsector moeten zich de komende jaren meer op het internet gaan begeven. Uit onderzoek van Bouwkennis, het bureau voor strategische markt- en marketinginformatie, blijkt dat de afnemers zich al wel grotendeels online oriënteren op materialen en leveranciers, terwijl de fabrikanten zelf het grootste deel van hun communicatiebudget nog besteden aan traditionele middelen, zoals beurzen, folders en advertenties in bladen. Social media worden zelfs door alle bouwpartijen nog maar mondjesmaat gebruikt. Ook daar liggen volgens Bouwkennis kansen.
 
Fabrikanten besteden slechts twaalf procent van hun communicatiebudget aan de eigen internetsite en aan adverteren via internet maar vier procent. Hun budget gaat nog voor het leeuwendeel naar traditionele kanalen. Zo gaat eenvijfde op aan beurzen en bijeenkomsten. Folders en brochures vergen zeventien procent van het budget en het plaatsen van advertenties in bladen vijftien procent.
De komende jaren zullen online communicatiemiddelen naar verwachting steeds vaker worden ingezet. Van de fabrikanten zelf denkt bijna een kwart de eigen internetsite de komende twee jaar vaker in te zetten. Adverteren op internet zal volgens veertig procent van de fabrikanten toenemen. Deze aandacht voor online marketing gaat ten koste van traditionele communicatie. Fabrikanten zien het belang van advertenties in bladen en folders en brochures afnemen. Dit geldt ook voor bijeenkomsten en beurzen: negentien procent van de fabrikanten verwacht dat daar de komende jaren minder op ingezet zal worden.

Verstandig
Deze verschuiving richting online is verstandig. Internet is momenteel voor afnemers van bouwmaterialen al de meest populaire informatiebron voor materialen en leveranciers. Meer dan de helft van hen marktpartijen vindt via internet vaak relevante informatie. Goed dat fabrikanten daar op gaan inspelen, aldus Bouwkennis.
Toch blijven ook vaktijdschriften en vakbladen voor de marktpartijen nog altijd essentieel om informatie te vergaren. Vooral architecten en overheden putten hier vaak informatie uit. Voor hoofdaannemers in de burger- en utiliteitsbouw zijn vertegenwoordigers een stuk belangrijker dan voor de rest van de marktpartijen. Zowel installateurs als architecten maken daarnaast bovengemiddeld vaak gebruik van documentatiemappen. Een kwart van de installateurs bezoekt vaak beurzen en bijna driekwart van de partijen in de bouw doet dat soms. Ook beurzen blijven dus wel degelijk voor alle partijen belangrijk.

Social Media
Bouwkennis heeft verder onderzocht dat driekwart van alle ondernemers in de bouwbranche nog geen gebruik maakt van social media als twitter en facebook, om hun klanten te bereiken. Klusbedrijven zijn op dat vlak zelfs nog nauwelijks actief, namelijk slechts twee procent. In de diverse installatiebranches maakt nog geen tien procent van sociale media gebruik.
Dat gebrek aan activiteit van bouwbedrijven op deze nieuwe media, biedt juist nu grote kansen. Bedrijven die een leidende rol willen op gebied van marketing en social media hebben nu nog first movers advantage. Oftewel het is nu nog relatief eenvoudig om een loyale groep volgers op te bouwen in de bouwbranche. Dat is voor een ondernemer heel waardevol.
Bouwkennis noemt het niet verwonderlijk dat bouwbedrijven maar mondjesmaat actief zijn op social media. Zolang er weinig collega’s, klanten en prospects te vinden zijn, lijkt het niet de moeite waard om er veel tijd in te steken. Toch bieden deze nieuwe media, vooral ook doordat ze nog weinig worden gebruikt, juist nu veel kansen voor bouw- en klusbedrijven, aldus Bouwkennis.
 
 
◀ Terug Delen
 
ZVM• Zonvak Magazine | 2011 - april | Pagina(s) 7
Categorie: Internet, Woningbouw
 
Relevante publicaties
Uw mening
U heeft al eerder aan de huidige stemming(en) deelgenomen.
 
Klik hieronder om de resultaten van de laatst gehouden stemmingen te bekijken