Qua omvang was het project van Cité in Rotterdam niet uitzonderlijk voor Bastiaannet. Het montagebedrijf is gewend om grote aantallen keukens te plaatsen in wooncomplexen van woningcorporaties, zorginstellingen en projectontwikkelaars, zo benadrukken directeur Aard Bastiaannet en zijn dochter en bedrijfsleider Lucy. Maar in al die projecten worden ze zelden beperkt door een bouwlift die maar enkele uren per week voor het transport van de keukens beschikbaar is. En dan ook nog eens enkel op zaterdag.

Het ging in dit geval om het wooncomplex Cité op de Kop van Zuid in Rotterdam. Cité is ontwikkeld door Stadswonen, een Rotterdamse woningcorporatie die is gespecialiseerd in huisvesting voor studenten en jongeren. Het complex telt ruim vijfhonderd huurwoningen voor studenten en starters en, op de begane grond, zo’n dertig bedrijfsruimtes voor jonge ondernemers. De woningen en commerciële ruimtes zijn verdeeld over twee woontorens van respectievelijk 22 en 27 verdiepingen. Die hoge torens waren de reden dat deze opdracht voor Bastiaannet beduidend lastiger te plannen was dan andere montageklussen. De lift voor toren A stond namelijk enkel op zaterdagochtend tussen 7 en 10 uur tot de beschikking van het montagebedrijf, die in toren B op zaterdagochtend na 10 uur. “Kwam je te laat, dan had je pech gehad en was de lift weer voor andere doeleinden in gebruik”, vertelt Lucy Bastiaannet.

Planning
Om de ruim vijfhonderd keukens allemaal op de juiste verdieping te krijgen, was een strakke planning dan ook noodzaak. De uren dat de lift beschikbaar was, moesten optimaal worden benut. Bribus leverde op vijf achtereenvolgende zaterdagochtenden telkens zo’n honderd keukens bij het complex af en Bastiaannet Montage stond met zes tot acht medewerkers klaar om de keukens in de beschikbare tijd naar de juiste plek te vervoeren. Extra moeilijkheid daarbij was dat het om vier typen keukens ging, die qua afmetingen verschilden, zegt Aard Bastiaannet.
“De appartementen verschillen qua grootte en indeling. We hadden bijvoorbeeld keukens van 1.80 meter, van 2.40 meter, maar ook hoekkeukens. Om de juiste keukens bij het juiste appartement te krijgen hebben we altijd met een vast team van mensen gewerkt. Mensen die het vak kennen en van aanpakken weten. Zelf was ik ook iedere zaterdag in Rotterdam aanwezig. Niet zozeer om te helpen, dat lukt op mijn leeftijd niet meer zo goed. Maar wel om het werk in goede banen te leiden en de jongens te steunen. Zo hebben we iedere zaterdag honderd keukens naar boven gebracht. Allemaal naar de goede verdieping. Er is wat dat betreft geen fout gemaakt.”

Tempo
Die honderd keukens moesten vervolgens allemaal in de week daarna geplaatst worden. Een enorm tempo, aldus Aard en Lucy Bastiaannet.
“Zoveel keukens plaatsen in zo’n korte tijd, dat is ook voor ons vrij ongebruikelijk. We hebben ook dat zoveel mogelijk met onze eigen mensen gedaan, aangevuld met enkele zzp’ers uit de regio Rotterdam. Ook bij de montage was het belangrijk dat er steeds dezelfde mensen aan het werk waren. Vaste mensen die de situatie ter plekke goed kenden, zodat er zo min mogelijk fouten worden gemaakt.”
Voordeel daarbij was dat er in de appartementen relatief eenvoudige keukens geplaatst zijn. Weliswaar in verschillende maten en kleuren, maar qua inbouwapparatuur enkel met een afzuigkap. Dat maakte het een stuk makkelijker om het tempo bij de montage hoog te houden.
Flexibiliteit was in deze ook essentieel, zegt Aard Bastiaannet.
“Geen enkele werknemer wordt er blij van als die een aantal weken achter elkaar zaterdagochtend om zeven uur in Rotterdam moet staan. Maar we hebben de klus toch met ons eigen team heel soepel geklaard. Daar ben ik trots op.”

Economie
Ook de huidige economische tijd dwingt je tot een flexibele opstelling, zegt Lucy Bastiaannet. “Je moet je gewoon aanpassen. Doe je het niet, dan ben je een goede opdrachtgever kwijt. Dat risico willen we niet lopen.”
Bribus en Bastiaannet zitten overigens in een goed marktsegment. Zo’n 95 procent van de keukens is bestemd voor de projectenmarkt. Woningcorporaties zijn een belangrijke opdrachtgever voor beide partnerbedrijven. En die corporaties gaan vooralsnog gestaag door met bouwen of renoveren.
“Tot dit voorjaar hebben we niets van een teruglopende markt gemerkt”, zegt Aard Bastiaannet. “Sterker nog, onze omzet steeg nog altijd. De laatste maanden merken we wel dat het iets minder wordt, maar dat komt ook door de recente strenge winter, waarin de nieuwbouw een tijd heeft stilgelegen en opdrachten zijn uitgesteld.”
“Kijk”, vervolgt Bastiaannet, “de particuliere markt beslaat slechts zo’n vijf procent van onze totale omzet. Die particuliere markt is wel iets teruggelopen, maar daar merken wij relatief dus weinig van. Woningcorporaties worden ook wel wat voorzichtiger als het om nieuwbouw gaat, maar als ze niet nieuw bouwen, dan moeten ze hun bestaande woningen renoveren. Ook dat gaat vaak samen met het vervangen van de keuken.”

Regelen
Ontzorgen van de klant is daarin een belangrijk aspect van het montagebedrijf. Hoewel Lucy Bastiaannet zich er terdege van bewust is dat deze term te pas en te onpas wordt gebruikt, hecht zij er enorm veel waarde aan. “Het doet er eigenlijk niet toe hoe je het noemt, maar wij regelen alles voor onze opdrachtgevers. Die hebben er geen omkijken naar als er nieuwe keukens in hun woningen moeten worden geplaatst. Momenteel werken we veel voor een woningcorporatie in de regio Amsterdam. Diens huurders hebben de keuze een luxere keuken te laten plaatsen in hun woning. Er is een modelwoning waar de mensen hun keuken kunnen uitkiezen, de bestelling gaat naar Bribus, die levert de keuken bij ons in Kampen af en wij regelen verder alles met de huurder. Ook als er problemen of klachten zijn, dan lossen we dat snel op.” Aard Bastiaannet is daarvoor veel op de weg te vinden. Hij overlegt met opdrachtgevers, maar is zo mogelijk ook van de partij als er problemen opgelost moeten worden.
“Ik vind het belangrijk om in de praktijk te werken, om direct contact te houden met opdrachtgevers. Maar ook als er ergens iets mis gaat, is het belangrijk dat je snel persoonlijk ter plekke bent. Het gaat erom dat de klant voelt dat zijn probleem serieus wordt genomen en dat er aan een oplossing wordt gewerkt. Daarom was ik er in Rotterdam ook altijd bij. Maar gelukkig is het daar allemaal vlekkeloos verlopen.”