Begin maart 2008 verhuisde Elero Benelux van Waddinxveen naar een bescheidener pand in Moordrecht. Vooruitziende blik of niet? In Duitsland was de economische malaise al op gang gekomen en daarom vermoedde directeur Erik Jansen wat er op ons afkwam. ?Achteraf gezien zijn we dus precies op tijd verhuisd?, vindt hij. De verhuizing had trouwens weinig te maken met de huidige economische crisis, maar is puur gedaan uit efficiency-overwegingen. ?We zijn simpelweg verhuisd omdat we te ruim zaten.?
In Waddinxveen beschikte Elero over een showroom van 120 m2, een cursusruimte van 100 m2 en te veel magazijnruimte. Jansen vertelt dat de aparte showroom en cursusruimte eigenlijk overbodig waren en dat de cursussen als extra service steeds vaker bij de klant worden gegeven. Verder kon Elero met minder magazijnruimte, mede doordat vanuit Duitsland sneller en vaak rechtstreeks aan de klant wordt geleverd. ?Het heeft dus alles te maken met efficiënter en rendabeler werken. We konden met minder toe en ik ben blij dat we het gedaan hebben; zeker in deze tijd.?

Uitdaging
Dat de markt moeilijker is geworden, ervaart ook Erik Jansen. Niet zo zeer vanwege de economische recessie, maar er zijn meer fabrikanten en er is dus meer concurrentie, onder andere uit China. Hij geeft aan dat de omzet afgelopen jaar voor het eerst wat is teruggelopen. Toch valt het volgens hem bij Elero nog mee en dat komt omdat de onderneming zich in twee marktsegmenten beweegt: de markt voor zonwering en mini-rolluiken, én de markt voor het aandrijven en besturen van industriële rolluiken, -deuren en ?hekken. ?De zonweringmarkt is de afgelopen tijd slecht geweest en er is veel prijsconcurrentie.? Vooral onderin is de markt een vechtmarkt geworden en de crisis die er nu is kan voor sommige fabrikanten volgens Jansen wel eens de nekslag betekenen. Hij verwacht dan ook dat er bedrijven overgenomen gaan worden en slechts een handjevol grote fabrikanten over blijven die de markt gaan beheersen.
De industriële markt daarentegen is een ander verhaal. ?Die is gelukkig redelijk stabiel gebleven en we hebben daarin ons aandeel zelfs kunnen vergroten. Hoewel, ik verwacht wel dat ook die markt dit jaar wat gaat inzakken.? Juist daarom ziet Erik Jansen het als een uitdaging om op z?n minst staande te blijven en als het even kan zelfs nog wat te groeien.

China
Een interessante ontwikkeling is ook de opkomst van Chinese aandrijvingen. Chinese fabrikanten krijgen overal in Europa voet aan de grond. In Nederland speelde dat tot een jaar geleden nog niet zo sterk, maar steeds meer groothandelsbedrijven nemen ook Chinese motoren in hun leveringsprogramma op. Jansen ziet het vooral als een ontwikkeling onderin de markt, het lage segment dus. ?Het zijn producten waaraan kwalitatief toch minder eisen worden gesteld. Maar als voorstaande groothandelsbedrijven hun naam er aan verbinden, neemt dat wel een stuk onzekerheid weg over de kwaliteit.?
Overigens opereert Elero niet echt in de onderste regionen van de markt en heeft geen groot aandeel in de mini-rolluikenmarkt. De Duitse fabrikant beweegt zich in het bovenste segment en richt zich op kwaliteit en innovatie. De onderneming onderscheidt zich onder meer door de manier waarop ze aan de weg timmert. ?Dat doen we redelijk bescheiden en bovendien hoeft onze naam niet zo nodig groot zichtbaar te zijn op de producten van de klant.?
Een belangrijk onderscheid ten opzichte van collega-fabrikanten is volgens Jansen ook dat Elero zich in dienst stelt van de klant en zich als partner van de klant ziet. ?We proberen niet onze naam over de naam van de klant heen bij de eindgebruiker sterk te maken. Het scherm of het rolluik is belangrijker?, zegt hij.

Noviteiten op R+T
Moeilijke markt en concurrentie of niet, op de komende R+T in Stuttgart (10 februari t/m 14 februari) ontbreekt Elero zeker niet. ?Of we groots uitpakken, durf ik niet te zeggen, maar we zijn met een bijna verdubbelde standruimte van 600 m2 wel prominenter aanwezig dan vorige edities?, aldus Jansen die trouwens wel twijfelt of Elero, als ze hadden voorzien hoe de markt nu is, het wel of misschien anders zouden hebben gedaan. ?Maar we staan er ook omdat we veel te melden hebben?, verkondigt hij met enige trots.
De belangrijkste Elero-noviteit is wel het nieuwe, bi-directionele besturingssysteem ProLine-2. Het wordt de vervanger van het zes jaar geleden geïntroduceerde, al deels draadloze ProLine-systeem. Tot nu toe wordt het draadloze bi-directionele besturingsprincipe nog niet goed door de markt opgepakt. Erik Jansen verbaast zich daar enigszins over, maar denkt dat het deels komt door onbekendheid en voor een ander deel misschien omdat het aanbod nog niet goed aansluit met wat de klant wil.
Met ProLine-2 die Elero geheel zelfstandig heeft ontwikkeld, hoopt men die barrières weg te kunnen nemen. Er is ook bewust gekozen om ?ProLine-1? geheel te vervangen. ?Daarmee heb je een veel betere introductie, dan wanneer je twee systemen naast elkaar aanhoudt. We dwingen onze klanten overigens niet om direct over te stappen, want de systemen zijn compatibel met elkaar. Daarbij zijn allerlei technische details onveranderd, zodat de overgang probleemloos kan verlopen.?
Het verschil van de ProLine-2 met andere bi-directionele besturingssystemen is dat gebruik wordt gemaakt van huidige state-of-the-art technieken. Bij dit bi-directionele systeem is elk ?station? zowel zender als ontvanger. ?De stations kunnen dus met elkaar communiceren en daarmee krijg je een besturingssysteem dat in overzichtelijke projecten 100 procent zeker werkt?, aldus Jansen.
Een tweede noviteit is de uitbreiding van de RevoLine aandrijvingen, Zo gaat de Revo-S de huidige ?type 8-motoren? vervangen en de VariEco-motor, een eenvoudige motor met mechanische eindschakelaar, krijgt nu een geïntegreerde ontvanger. Daarnaast wordt ook nog een een RevoLine DC-motor geïntroduceerd, waarmee Elero inspeelt op de vraag naar aandrijvingen die werken op elektriciteit vanaf zonnepanelen.
Over beurzen heeft Erik Jansen trouwens een uitgesproken mening: ?Het is helaas zo dat geen mens
iets zinnigs kan zeggen over het rendement ervan. De kosten? Ja, die kennen we wel en die zijn hoog.
Beurzen heb je nodig om je positie in de markt te veroveren. Als je die eenmaal hebt, kan je volgens mij zonder en zijn er efficiëntere manieren om met de markt te communiceren. We moeten nog beslissen wat we doen met de Polyclose in 2010.?