Personele nood in wonenbranche groeit
 
"Branchebrede aanpak is noodzakelijk"
Het binnen halen en houden van goed personeel is al enige tijd een groot probleem, ook in de wonenbranche. En het zal steeds moeilijker worden om nieuwe medewerkers te vinden, vooral voor ambachtelijke functies en verkopers. Dat blijkt uit de Toekomstverkenning Arbeidsmarkt van WoonWerk. Volgens de onderzoekers moeten alle partijen binnen de wonenbranche, dus ook in de badkamermarkt, de koppen bij elkaar steken om de problemen het hoofd te bieden.
 
Het onderzoek dat WoonWerk in opdracht van de Commissie voor de Detailhandel heeft uitgevoerd maakt duidelijk dat de wonenbranche - nog meer dan nu het geval is - vooral problemen gaat krijgen met het aantrekken van ambachtelijk (technisch) personeel en verkopers. De aantrekkende economie, vergrijzing en ontgroening zijn de voornaamste oorzaken van deze krapte.
Overigens is WoonWerk niet de enige die deze problemen schetst. Zo deed ook uitzendorganisatie Manpower onderzoek naar tekorten op de arbeidsmarkt. De Top-10 van meest gewilde arbeidskrachten wordt volgens dit onderzoek aangevoerd door technici en vaklieden. En ook uit eigen onderzoek van Sanitair & Tegel Specialist blijkt dat het zoeken en vinden van goed personeel geen gemakkelijke opgave is.

Branchespecifiek
Hoewel het Nederlandse bedrijfsleven al enige tijd kampt met krapte op de arbeidsmarkt, heeft de wonenbranche twee branchespecifieke knelpunten, waar volgens de onderzoekers serieus naar gekeken moet worden. Enerzijds kent deze sector relatief veel oudere werknemers die de komende jaren zullen uitstromen, anderzijds is er vanuit de (woon)opleidingen weinig aanwas van jong talent.
Op beide fronten zal volop gestreden moeten worden, zo is de overtuiging. De concurrentie van andere sectoren gaat de komende jaren namelijk groeien. 'Sectoren die momenteel geen of weinig problemen kennen bij het zoeken van personeel gaan die problemen straks ook krijgen. En dan gaan ze vissen in de vijver waaruit de wonenbranche nu zijn medewerkers haalt. Ook zullen zij het oog laten vallen op medewerkers die nu actief zijn in de branche. Dat begint al vroeg. Iedere sector gaat proberen jeugd naar haar opleidingen te trekken. En vervolgens zullen deze sectoren bereid zijn aanzienlijk hogere salarissen te betalen, want het niet vervullen van vacatures bedreigt het voortbestaan van bedrijven en instellingen in die sectoren', aldus de onderzoekers in hun rapport.

Arbeidsmarkt
Uit de inventarisatie van WoonWerk blijkt dat de wonenbranche eind 2004 ruim 8.500 verkooppunten telde. Binnen al die bedrijven waren drie jaar geleden bijna 40.000 mensen werkzaam. De meeste mensen werken in de deelbranches keuken- en sanitairspeciaalzaken, meubelspeciaalzaken en gemengde zaken. Opvallend noemen de onderzoekers het relatief grote aandeel kleinere bedrijven binnen de branche. Dat verklaart wellicht ook de lage organisatiegraad binnen de wonenbranche.
De belangrijkste functiegroepen binnen de sector zijn verkoop- en adviesfuncties en ambachtelijke en technische functies. Mannelijke medewerkers zijn oververtegenwoordigd, er werken relatief weinig jongeren. Het opleidingsniveau is in verhouding met andere detailhandelsectoren laag.
De arbeidsomstandigheden in de branche zijn redelijk, zo vinden de werknemers zelf. Vergeleken met collega's in andere woonbedrijven noemt een meerderheid het salaris goed, vergeleken met andere sectoren is het minder positief. Arbeidstijden ('s avonds en in de weekenden), werkdruk en lichamelijke belasting worden minder positief ervaren.

Imago
Het onderzoek van WoonWerk toont aan dat de wonenbranche, zowel onder jongeren als ouderen een imagoprobleem heeft. Primair probleem is het motiveren van jongeren voor werk in de branche en het volgen van opleidingen daarvoor. Opleidingen en beroepen zijn doorgaans onbekend bij deze groep. Dat geldt overigens ook voor ouderen. Die onbekendheid beperkt ook de mogelijkheden voor het werven van personeel op latere leeftijd. 'Als er al een beeld is, dan is dat van een traditionele stoffige branche', aldus de onderzoekers. De sector probeert daar al verandering in te brengen door middel van voorlichtingsfilms op internet en woonprogramma's op televisie.
Dit minder gunstige imago is deels terug te voeren op de onbekendheid met de sector, maar deels ook op de beleving van een aantal minder gunstige arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden. Ook de beperkte doorgroeimogelijkheden spelen hierbij een rol.

Oplossingen
In de toekomstverkenning komt WoonWerk met een aantal aanbevelingen die het personeelstekort de komende jaren zo beperkt mogelijk moeten houden. Daarbij stellen de onderzoekers dat 'de branche in zijn geheel het probleem moet oppakken en samen moet werken aan oplossingen'. Van belang is dat er niet op een paard wordt gewed, maar dat op een mix van maatregelen wordt ingezet.
In het onderwijs moet allereerst de voorlichting verbeterd en geïntensiveerd worden. Een grootschalige landelijke campagne moet jongeren bewust maken van de woonopleidingen en de mogelijkheden in deze sector. Ook inhoudelijk moet het onderwijs aangepast worden aan de wensen en eisen van zowel bedrijfsleven als de jongeren. Het gaat hierbij om bijvoorbeeld minder theorie, meer praktijk en competentiegericht leren. Hierbij wordt uitgegaan van de kennis en kunde van de scholier en op basis van zijn kennisbehoefte een opleidingstraject samengesteld. De samenwerking tussen bedrijven en scholen kan verder verbeterd worden, aldus het rapport. Daarmee kan de aansluiting tussen onderwijs en praktijk geoptimaliseerd worden.
Overigens wordt momenteel door de overheid en betrokkenen onderzoek gedaan naar de toekomst van het huidige vmbo-onderwijs. Vanuit veel branches komt de roep om de terugkeer van het 'oude' systeem met onder andere de lts en de mavo. In dat systeem komt het praktijkonderwijs veel beter tot zijn recht, zo luidt de kritiek op het vmbo.
Speciale aandacht vraagt het rapport voor bedrijfsoverdracht. De komende jaren zullen veel bedrijven in de branche te maken met bedrijfsopvolging en de opleidingen zouden hierop kunnen inspelen door in het onderwijsprogramma meer aandacht te schenken aan ondernemend denken.

Doorstroming
Ook in het huidige personeelsbestand moet geïnvesteerd worden, zo menen de onderzoekers. 'Jobgerichte' bij- en nascholing dient twee belangen. Het zorgt voor doorstroming van zittend personeel en daardoor komt er 'onderaan' de ladder ruimte voor nieuwe instroom. Deze carrièremogelijkheden geven de wonenbranche een beter perspectief, wat weer positieve gevolgen kan hebben voor de opleidingen en de interesse om binnen de branche aan de slag te gaan.
Nieuw personeel moet de branche vooral ook zoeken binnen de zogeheten zij-instromers. Te denken valt aan het werven en opleiden van twintigers die voor andere detailhandelbranches (zoals supermarkten) te oud (te duur) zijn geworden. Daarnaast moet ook geworven worden binnen de herintreders en allochtonen. Ook kan, met name voor de ambachtelijke functies, gekeken worden naar de migranten uit de (nieuwe) EU-lidstaten.

Productiviteit
Een heel andere oplossingsrichting is de blik richting de bedrijfsvoering. Door de arbeidsproductiviteit te verhogen kan met minder personeel hetzelfde werk gedaan worden. ICT speelt daarbij een belangrijke rol.
Ook vormen van samenwerking kunnen een positief effect hebben, zo stellen de onderzoekers. Zo kan een (regionale) pool van technisch personeel voor meerdere bedrijven actief kunnen zijn. Ook zouden bedrijven een deel van hun activiteiten kunnen uitbesteden. Daarbij valt te denken aan het uitbesteden van bijvoorbeeld transport of woningstofferen aan ZZP'ers.
Misschien wel het belangrijkste van alles is volgens WoonWerk het gegeven dat de oplossingen voor het huidige en toekomstige personeelstekort door de branche als geheel worden gezocht en gevonden. Dus alle individuele bedrijven, nu al bestaande samenwerkingsverbanden en het onderwijs. Die moeten samen werken aan de oplossingen voor de personeelsproblemen. WoonWerk pleit daarnaast voor de totstandkoming van een denktank die de vinger aan de pols houdt en blijft houden om de werkgelegenheid zowel aan de aanbod- als aan de vraagzijde op peil te houden.


Wees een goede werkgever
De zes eisen die Wouter van der Woerd, oprichter van Mandev, adviesbureau voor interne en externe klantgerichtheid, stelt aan goed werkgeverschap:
? zorg dat je zelf goed bent in je vak
? betaal fatsoenlijk met een correct contract
? maak afspraken over verwachtingen, voer evaluatiegesprekken
? coach medewerkers op de werkvloer
? vraag je af of iemand bij je past. Wat zijn de drijfveren, wat boeit hem/haar in jouw bedrijf, helpen ze graag mensen?
? wees duidelijk over je identiteit. Waarom ben je een aantrekkelijke werkgever?
Bron: Intressant


Badkamer- & keukenbranche
(onderzoek onder detaillisten)

Heeft uw badkamerzaak problemen om personeel te vinden?

ja 32,7 %
nee 32,7 %
momenteel n.v.t. 34,6 %

Welke functies zijn binnen badkamerzaken het moeilijkst in te vullen?

installatie & montagepersoneel 45,6 %
verkopers 38,2 %
productiemedewerkers 7,4 %
anders, zoals intern personeel 8,8 %

Verwacht u de komende jaren een verdere toename van dit probleem?

ja 53,9 %
in het algemeen wel, maar niet voor mijn bedrijf 30,7 %
nee 15,4 %

Hoe verwacht u eventuele problemen binnen uw bedrijf op te lossen?
(meerdere antwoorden mogelijk)

personeelsadvertenties 20,9 %
mond-tot-mondwerving 45,9 %
CWI (arbeidsbureau) 6,9 %
uitzendbureau 5,5 %
anders (zoals zelf mensen opleiden of ZZP'ers inschakelen) 20,9 %

Bron: Vakblad STS/Qudata, 2007

 
 
◀ Terug Delen
 
STS• Sanitair & Tegel Specialist | 2007 - december | Pagina(s) 20,2123243
 
Relevante publicaties
Uw mening
U heeft al eerder aan de huidige stemming(en) deelgenomen.
 
Klik hieronder om de resultaten van de laatst gehouden stemmingen te bekijken