Bouwsector gaat florissante tijden tegemoet
 
Niet iedereen enthousiast over vermeende bouwprognoses
Bedrijven in het hart van de bouwsector, zoals aannemers en projectontwikkelaars, voelen direct de invloed van het overheidsbeleid. Als de lat hoog wordt gelegd wat betreft het bouwvolume, dan profiteren deze partijen daar ogenblikkelijk van. De bouw van nieuwe woningen heeft echter ook een sterk afgeleid effect op andere partijen in de kolom. De keuken-, sanitair-, zonwerings-, maar ook de doe-het-zelf-branche, kunnen sterk profiteren van hoogfrequent bouwen. Hoe ziet de markt van nieuwbouw er nu eigenlijk uit? Een overzicht.
 
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft recent gemeld dat vorig jaar 72.000 nieuwe woningen zijn gebouwd. Een stijging van acht procent ten opzichte van 2005. Het enthousiasme aan die kant kan niet op, maar toch zijn er ook partijen die daar kritisch tegenaan kijken. De groei is lovenswaardig, vindt bijvoorbeeld werkgeversorganisatie Bouwend Nederland, maar toch blijft dat aantal nog steeds achter bij de beoogde 80.000 woningen op jaarbasis. Hoogleraar Volkshuisvesting Peter Boelhouwer van het Delftse onderzoeksbureau ziet zelfs nog meer beren op de weg: de Vinex-wijken dreigen namelijk verstopt te raken.
Om met het goede nieuws te beginnen: het aantal koopwoningen neemt gestaag toe. Goed nieuws omdat eigen woningbezitters meer bereid zijn te investeren in een hoge kwaliteit. Het aantal huurwoningen stabiliseert op ongeveer 3 miljoen, waarvan 79 procent wordt verhuurd door een sociale verhuurder. Vorig jaar bestond bijna 56 procent van de woningvoorraad uit koopwoningen. In 1994 was dat nog een krappe 48 procent. In totaal kent Nederland ongeveer 7 miljoen woningen.
Overigens maakt het wel uit vanuit welk perspectief de woningmarkt wordt bekeken. In het westen van Nederland bestaat ongeveer de helft van de voorraad uit huurwoningen, het merendeel meergezins. In deze regio domineert het rijtjeshuis (dus de hoek- en de tussenwoningen). In de overige landsdelen bestaat de meerderheid van de voorraad uit koopwoningen, waarvan het bij weer ruim de helft gaat om vrijstaande of halfvrijstaande woningen. Koopappartementen maken in West Nederland 10 procent uit van de voorraad, in de overige landsdelen rond de 4 procent.
Het ziet er niet naar uit dat deze percentages fors zullen wijzigen, maar als de cijfers verder worden ontleed, dan blijkt dat de nieuw te bouwen type huizen sterk van elkaar verschillen. Vooral de appartementen maken een stevige inhaalslag. Vorig jaar zijn er bijna 5400 woningen meer opgeleverd dan een jaar eerder, terwijl het aantal gereedgekomen huurappartementen toenam met bijna 4500. Het aantal opgeleverde eengezinswoningen bleef nagenoeg stabiel, maar in 2006 was 35 procent van de opgeleverde woningen een appartement. Een jaar eerder lag dat nog op 30 procent. Dat is dus een zeer forse toename. De meest sterke stijging van dit type woning werd gerealiseerd in Noord-Brabant. Utrecht en Zuid-Holland waren de enige provincies waar minder appartementen zijn opgeleverd dan in 2005.

Doorstroming
Het nieuwbouwvolume is sterk bepalend voor succesfactoren in de afbouwsector. Maar dat geldt ook voor de dynamiek van verhuizingen. Bewoners die een nieuw onderkomen binnentrekken, voelen zich altijd geneigd om die woning of het appartement van een grondige opknapbeurt te voorzien. In ieder geval gaat het om een likje verf op de muren of nieuwe raambekleding, maar in dit verband worden natuurlijk ook volop nieuwe keukens en badkamers geplaatst.
Wat blijkt? Er worden weliswaar veel nieuwe huizen gebouwd, maar de dynamiek op de woningmarkt staat toch onder druk. De meest recente cijfers dateren uit 2004, toen naar schatting 449.000 huishoudens een andere woning betrokken. Vier jaar daarvoor werd er aanzienlijk meer verhuisd. De achtergrond van deze trendbreuk, meldt VROM, is complex, maar in ieder geval spelen wel de conjunctuur en de verandering van de bevolkingssamenstelling een duidelijke rol.
Wat ook zorgen baart, is dat het aantal doorstromers voor de tweede achtereenvolgende keer is gedaald, hoewel het minder dramatisch is dan vorige keer. De doorstroming had een piek in 1997, terwijl verder een onderscheid gemaakt moet worden in 'echte starters' (mensen die voorheen niet zelfstandig woonden, zoals studenten) en semi-starters. De laatste groep had al een woning, maar dat onderkomen is dan niet beschikbaar gekomen voor de woningmarkt. Denk bijvoorbeeld aan een echtscheidingssituatie of sloop van een bestaande woning. Het aantal semi-starters is ten opzichte van begin jaren negentig toegenomen, maar sinds 2001 zien we een stabilisatie. Het aantal echte starters is sinds 2001 wel iets toegenomen.

Bouwen
Wat valt er verder te zeggen over de woningmarkt en de ambitie om de dynamiek te versnellen? Eigenlijk nog genoeg. Zoals ook VROM-minister Vogelaar recent heeft gedaan op het Wooncongres, waarbij ze verwees naar het nieuwe WoonOnderzoek in Nederland. 'Het beeld dat uit het onderzoek naar voren komt is dus dat we uit het dal krabbelen, maar dat er door de groei van het aantal huishoudens veel behoefte aan extra huur- en koopaanbod blijft. Het onderzoek raamt dat tot 2015 een aantal van 330.000 huurwoningen en 400.000 koopwoningen extra nodig is.
Dat betekent in de eerste plaats: bouwen. We hebben daarom in het coalitieakkoord afgesproken dat de woningproductie omhoog moet naar 80.000 tot 100.000 woningen. En gezien de aantallen die ik straks noemde moeten we eerder op de 100.000 dan op de 80.000 inzetten', aldus Vogelaar.
Hoogleraar Peter Boelhouwer kraakt een kritische noot. Hij verwacht over twee tot drie jaar grote problemen. Tegen die tijd raakt de pijplijn leeg van woningen waarvoor er een bouwvergunning is verleend. En bovendien komen dan ook de bouwgrenzen van de huidige Vinex-locaties steeds meer in zicht. Nog een kwart van die ruimte kan worden bebouwd.
'Het wordt spannend', laat Boelhouwer optekenen in het Financieele Dagblad. 'Na het dramatische dieptepunt van 59.000 woningen in 2003, zat de productie de laatste jaren weer in de lift tot 72.000 het afgelopen jaar. Maar dit is nog steeds veel minder dan de 80.000 die volgens de planning gebouwd zouden moeten worden. Die te lage groei kan nog twee jaar doorzetten, maar daarna wordt het lastig. Dan moet er een alternatief zijn, maar het is de vraag of dat er dan wel is.'
Boelhouwer twijfelt er sterk aan of de doelstelling in het regeerakkoord wordt. Hij wijst op de ervaringen uit het verleden. Ook de vorige minister van VROM Sybilla Dekker lukte het in geen enkel jaar de ondergrens van 80.000 te halen. En dat terwijl Dekker nog ruimschoots over capaciteit bij de Vinex-locaties beschikte.


Hoofdtrends

Belangenorganisatie Bouwend Nederland voorziet een aantal belangrijke hoofdtrends die invloed hebben op het bouwbedrijf. De redactie heeft alleen die eruit geselecteerd die van belang is voor onze branche:

De markt:
? Toename van klant- en marktgericht werken: de woning als product zal steeds kaler worden opgeleverd.
? De regionale markt blijft belangrijk voor concurrentiepositie.
? Intensivering ruimtegebruik: grote politieke druk tot binnenstedelijk gebruik van de ruimte.
? Herstructurering en dubbelgebruik van grond.
? Gebouwen verouderen in economisch opzicht steeds sneller.

De Keten:
? Verdergaande industrialisatie van het bouwproces.
? Toenemende rol van de informatietechnologie.
? Architecten worden steeds meer vormgever en minder gedelegeerd opdrachtgever.

Arbeid:
? Flexibilisering van de kostenstructuur van personeel.
? Vergrijzing binnen het personeelsbestand.
? Ontgroening van het personeelsbestand.
? Individualisering van de maatschappij.
? Vraag naar deeltijdwerken neemt toe.

Wet- en regelgeving:
? Toenemende deregulering.
? De regelgeving en administratieve lasten staan onder politieke en maatschappelijke druk en zullen niet verzwaren.

(Bron: Bouwend Nederland)

 
 
◀ Terug Delen
 
 
Relevante publicaties
Uw mening
U heeft al eerder aan de huidige stemming(en) deelgenomen.
 
Klik hieronder om de resultaten van de laatst gehouden stemmingen te bekijken