In slechts twee provincies was er sprake van een toename onder het aantal winkels, namelijk in Drenthe en Flevoland. De winkelvloeroppervlakte is wel in alle provincies groter geworden. Die toename was het sterkst in Flevoland, Friesland en Zeeland. Vooral de non-foodsector groeide daar behoorlijk.
Voor Friesland en Zeeland is de toename van de winkelvloeroppervlakte opvallend. Daar kromp het aantal inwoners namelijk. Zowel in Friesland als in Zeeland was al sprake van een relatief grote winkelvloeroppervlakte per inwonertal. Dat is nog eens versterkt als gevolg van de groei van het aantal vierkante meters en de krimp van de bevolking. Bijvoorbeeld Zeeland: in 2005 was daar voor iedere 1.000 inwoners ruim 1.900 vierkante meter winkelvloer. In 2006 nam dat toe tot een krappe 2.000 vierkante meter. Belangrijkste oorzaak: de komst en uitbreiding van woonzaken en winkels in consumentenelektronica.
Het aanbod van foodspeciaalzaken zoals bakkers en groentewinkels bleef in Zeeland gelijk of daalde zelfs. Voor heel Nederland geldt dat het aantal vierkante meters per inwonertal een stuk minder toenam. In 2005 was voor iedere 1.000 inwoners ongeveer 1.500 vierkante meter winkelvloer. In 2006 was dat toegenomen tot bijna 1.600.