Italianen gooien in Verona roer drastisch om
 
Grote verrassing: de landhuiskeuken keert terug
De jaarlijkse meubelbeurs Abitare Il Tempo in Verona liet op keukengebied een kleine revolutie zien: de landhuiskeuken krijgt een nieuwe kans. Van firma's als Meneghini en Minacciolo staat die traditionele countrykeuken al jaren onverminderd hoog in het vaandel. Tot ieders verrassing komen echter producenten als Febal, G & D en Copat met een andere versie van de landhuiskeuken dan voorheen. Na alle strakke modellen die tijdens de Eurocucina te zien waren, groeit de behoefte aan huiselijkheid blijkbaar.

Tezamen met de tendens om de kookruimte te vermengen met het woongedeelte, ontstaat binnen de Italiaanse landhuiskeukens een nieuwe vorm: de eerlijke meubelkeuken met salonchique details. Richels en roetjes komen in de allernieuwste country niet voor. Wel schouwen boven het gehele werkvlak, houten balken als afscheiding, rieten manden en tafels die de tand des tijds doorstaan lijken te hebben. Robuust staat voorop, wat een heel andere klankkleur aan het woord tijdloos geeft.
Binnen dat kader krijgt roestvrijstaal wel degelijk een behoorlijk aandeel, zeker als het fornuizen betreft. De werkbladen horen in dit beeld echter duidelijk vervaardigd te zijn uit natuursteen of een composiet. Aan de favoriete houtsoorten van de afgelopen jaren, wengé en eiken, wordt nu essen toegevoegd. Het wit borstelen hoeft niet eens meer, althans niet bij de countrystijl. Donker kleuren van nerven rond de meestal roomkleurige panelen, geldt als 'je van het'. En de landhuiskeuken anno 2003 krijgt behoorlijk grove handgrepen. Boers.
Alles wat jaren 'not done' was, mag ineens weer voluit. Kitsch antiek, kleine laatjes, open vakjes, gewone houten knoppen voor keukengerei, de come-back van het bijna burgerlijk pandoer ligt op de loer.
Daarachter hebben uiteraard de designers hun raffinement losgelaten op het totaal. Prachtige grote fornuizen van hoge kwaliteit, zoevende lades, de beste afzuigkappen, alle techniek uit de moderne keukens zit hier in vervat. Met opstellingen die natuurlijk het eiland niet schromen, want dat komt van oorsprong uit die plattelandskeukens.

Twee sporen
Uiteraard gaan niet alle Italiaanse merken op zoek naar de herziene country. We kunnen hooguit spreken van een nieuwe insteek. Of het bloedt dood, òf het betekent de voorbode van een twee-sporenbeleid bij veel producenten. De moderne tijdloze keuken valt immers niet meer weg te denken in de geperfectioneerde vorm zoals deze zich komend voorjaar in veel stands in Milaan aandiende. Enkele varianten daargelaten, waarbij Del Tongo zelfs inhaakt op de retro-autoindustrie met bolle vormen, draagt de huidige Italiaanse keuken een aantal vaste kenmerken.
Allerlei experimenten met glas, van helder, spiegelend, gefigureerd tot mat, vinden hun sublimatie in een roomwitte versie. De ene producent lakt het glas, een ander gebruikt Polipan voor eenzelfde effect en sommige merken herontdekken het melamine als vervanger.
Brede lades en supergrote kasten worden gecombineerd met bescheidener afmetingen omdat de markt die keuze nog altijd vraagt. Aan de indeling van alle bevoorrading wordt zeer veel aandacht besteed, alsmede aan het geluidloos en moeiteloos bedienen.
Hout, liefst levendig getekend, geldt als tegenhanger voor de veelal lichte hoogglanslakken. Daarmee blijft wengé in de race, maar duikt ook palissander op. Kersen blijft voorradig maar geldt niet meer als nummer één van warme invullingen.
Contrastwerking blijft een mogelijkheid om per fabrikant iets eigens te brengen. De botsing van lichte en donkere tinten zet door. Maar ook in de materialen komen extremen voor van dunne werkbladen in combinatie met afwerkingen van twintig centimeter hoge randen. Binnen de tegenstelling hoort ook het zelf in te vullen spel van gesloten fronten en open vakken.
Roestvrijstaal en aluminium keren in bijna elk model terug, zij het minder prominent dan voorheen. Het aluminium doet vooral opgang als frame voor alle fronten. Daarbinnen kan naar believen een paneel geplaatst worden van hout, glas dan wel laminaat in hoogglans gelakt. Mat raakt uit. De keuken moet glanzen en glimmen.
De mobiliteit van keukens beperkt zich nog tot een enkele trolley. Losse units hebben het verloren van een brede wandopstelling met liefst een schiereiland of eiland, dat tevens plaats biedt aan eters of 'pottenkijkers'. Zelfs de losse koelkast staat weer voor de rust van het geheel achter een front ingebouwd. Het wandmeubel blijft daarbij het meest opportuun.
Werkbladen zijn weer schoon, dat wil zeggen dat opzetkastjes of ovens op het aanrecht verdwijnen. Wel kan zo'n element aan het einde van een tafel in een nis verdwijnen.
Plinten waren vanuit Italië een tijdlang taboe. De units op pootjes gaven een veel lichtere en elegantere indruk. Zo'n model valt nu met moeite nog ergens te bespeuren.
Verlichting lijkt een herontdekte toverspreuk als het om design gaat. Planken, achterwanden, afzuigkappen, op allerlei manieren vloeit het licht rijkelijk in de kookruimte. Automatische verlichting bij bovenkasten en in de proviandwanden lijkt meer regel dan uitzondering. Misschien dat in de toekomst de onderpartijen volgen, maar zover is het nog niet.

Verklaring
Uiteraard valt er een waslijst aan te leggen met kenmerken. De meeste dealers hoeven maar een blik in de eigen showroom te werpen om die eigenschappen direct te verwoorden. Het signaleren blijft één kant van de zaak, de verklaring voor dit alles is veel interessanter. Het gaat in de huidige blokvormige keukens niet om een verkooptechnisch verhaal, maar werkelijk om een algemeen cultuurverschijnsel.
Waar de Italianen van huis uit sterk stonden in lichtvoetigheid, originele vondsten en een speelse vormgeving, liepen ze internationaal stuk op de behoefte aan degelijkheid. Veel kopers smulden bij een design uit de Laars en kozen vervolgens toch een duidelijke Duitse keuken. Minder boeiend misschien, maar het verveelt evenmin op lange termijn. Met de huidige economische recessie die over heel Europa uitgesmeerd dreigt te worden, verkoop je niet gemakkelijk een knaloranje kookhoek met gebogen vormen en plexiglas fronten. Rustig aan, zo luidt het devies. Behoudend kijkt menigeen de kat uit de boom, ook economisch. De keuken werd van een aanschaf met emotionele en individuele kanttekeningen ineens weer een investering, een belegging bijna.

Duurder
Die teneur wordt nog versterkt omdat alle elementen de afgelopen tien jaar dermate zijn opgewaardeerd dat de prijzen eveneens behoorlijk stegen. De middensector onder bekende Italiaanse merken schoot door naar boven en het lagere segment wordt overgenomen door grote woonketens. Het betekent dat wie tegenwoordig een keuken van Scavolini, Febal of Berloni koopt, een veel hoogwaardiger product aanschaft dan vijf tot tien jaar terug. Met apparatuur die evenzeer vervolmaakt werd.
Zo'n aanschaf vraagt niet alleen een hogere investering, maar vergt eveneens veel meer zorg bij de branche en bij de koper zelf. Keuzes maken, details invullen, leefgewoonten uitleggen? het 'doe mij deze keuken maar', klinkt nog zelden. Leasen, inruilen, restylen van bestaande keukens waren allemaal opties om sneller te beslissen, maar ze komen niet van de grond. Het staat net als heel vroeger weer te boek als een aanschaf op lange termijn. Dat werkt behoudendheid in de hand. Designers spelen er op in. Hun raffinement zit niet alleen in de details, maar ook in de gevoelsoverdracht dat die ene klant iets koopt dat past als een jas, die verder niemand heeft.

Geen miskoop
En de comeback van Country? Die sluit geheel aan bij het langere termijn idee. Vooral in de solide invulling zonder poespas hoeft de liefhebber van deze stijl geen enkele miskoop te vrezen, zelfs niet op zeer lange termijn. Bovendien heeft het huidige aanbod niets met de yuppieprijzen van tien jaar terug te maken. Voor een image uit Engeland kon toen met gemak 45.000 euro neergeteld worden. De keuken als statussymbool doet nauwelijks meer mee. De realiteit van nu heeft het wedijveren ingehaald. De kopers en zeker de projectklanten willen een lekkere leefkeuken, van alle gemakken voorzien, vrij invulbaar, snel te onderhouden en met de zekerheid dat ze er niet op uitgekeken raken.

(in kader:)
Maistri
Tijdens Abitare il Tempo (de tijd bewonen) komt Maistri ijzersterk naar voren in een mix van noviteiten, omgeven door een eigen signatuur. Opmerkelijk genoeg doen de schuifdeur die een wandmeubel ten dele afsluit en de werkbladen met voorpanelen van 20 tot 50 centimeter denken aan de Belgische elite-meubelmakers. Binnen een solide vorm krijgt de elegantie en het creatieve een andere kans dan voorheen.

(in kader:)
Internationaal
Het keukengedeelte tijdens Abitare il Tempo breidt zich nog altijd uit. Dit jaar stond zelfs het Franse Mobalpa met een stand in Verona. Ook Team 7 uit Oostenrijk presenteerde zich hier voor het eerst. Te zien waren verder de nieuwste modellen van: Meson's, Ilve, Copat, Maistri, Minacciolo, G & D, Febal, Meneghini, Bulthaup, Gaggenau, Ernestomedia, SieMatic, Rossana, Scavolini, Neff, Snaidero, Minotti, Miele, Elmar, Alpes Inox en Veneta Cucine. En niet te vergeten: ook het Nederlandse Droog Design was met een presentatie aanwezig.

Streamers:
De come-back van het bijna burgerlijk pandoer ligt op de loer
Leasen en restylen van bestaande keukens komen niet van de grond; met als resultaat: behoudend kopen

Illustraties (afbeeldingen in KIM Beelden map):
1. De jaarlijkse Abitare Il Tempo in Verona (afb. abitare01.jpg)
2. Copat (afb. abitare02.jpg)
3. G&D (afb. abitare03.jpg)
4. Maistri (afb. abitare04.jpg)
5. Meneghini (afb. abitare05.jpg)
6. Presentatie van het Nederlandse Droog Design in Verona (afb. abitare06.jpg)

 
 
◀ Terug Delen
 
KIM• Keuken & -Interieur Magazine | 2002 - oktober | Pagina(s) 13, 14, 15
Categorie: Vakbeurzen
 
Relevante publicaties
Uw mening
U heeft al eerder aan de huidige stemming(en) deelgenomen.
 
Klik hieronder om de resultaten van de laatst gehouden stemmingen te bekijken