"Opvolgingsproblematiek wordt zwaar onderschat"
 
Bedrijfsadviseur Philip van Roosmalen
Bedrijfsadviseur Philip van Roosmalen
"Opvolgingsproblematiek wordt zwaar onderschat"

Ondernemers gaan doorgaans te onverschillig om met het fenomeen bedrijfsopvolging. Het vraagstuk wordt vaak te laat aangekaart, terwijl betrokkenen de problemen daaromtrent onvoldoende serieus nemen. Dat zegt bedrijfsadviseur Philip van Roosmalen.

Bedrijfsopvolging geldt als een bijzonder actueel probleem. Van alle zelfstandige retailers is ongeveer dertig tot veertig procent vijftig jaar of ouder. Omgerekend komt dat neer op 25 duizend detaillisten in de non food-sector. Zoals in de vorige uitgave reeds werd gemeld, zal deze groep babyboomers binnen nu en tien jaar behoefte hebben aan een opvolger. De verwachting bestaat dat vijftig procent van alle familiezaken wordt overgenomen door één van de kinderen. De andere helft belandt dus in handen van een buitenstaander.
"De jongere generatie kent een totaal andere tijdsbeleving dan hun ouders. Het was vroeger een ongeschreven wet dat een ondernemer vele uren diende te maken. Werkweken van tachtig of honderd uren waren eerder regel dan uitzondering. Dat willen jongeren niet meer. Ken je de Sire-campagne, waarin het kind aan tafel zich afvraagt wie toch die man is die elke zondag het vlees komt snijden? De nieuwe generatie maakt heel bewust tijd vrij voor het gezin of voor zichzelf. Het animo om als zelfstandige vele uren te maken, is de laatste jaren behoorlijk getemperd", meldt Van Roosmalen.

Belangstelling
Daarmee bestaat de schijn dat het opvolgingsvraagstuk juist nu in het brandpunt van de belangstelling staat. En dat is niet helemaal waar, benadrukt de bedrijfsadviseur. Al een jaar of vijf geleden kwam het probleem aan de oppervlakte drijven, terwijl je het vraagstuk bovendien genuanceerd van branche tot branche dient te beoordelen. "De slager op de hoek zal het waarschijnlijk moeilijk krijgen een opvolger aan te wijzen. Slagerszonen zijn doorgaans niet bereid lange uren te buffelen voor een relatief klein inkomen. In de keukenbranche ligt dat anders. Dat heeft voor het grootste deel te maken met de behoorlijke rendementen in deze sector. Een hoger inkomen maakt het voor jongeren extra aantrekkelijk om zich als zelfstandige te ontplooien."
Op de achtergrond speelt er nog een mentaliteitsverandering die wel degelijk dit vraagstuk beïnvloedt. Net zoals het maken van lange werkweken was het vroeger vanzelfsprekend om tot oudere leeftijd op te treden als zelfstandige. "Pas als je bij wijze van spreken dood neerviel achter de toonbank kon je ermee ophouden", lacht Van Roosmalen. Die mentaliteit is de jongere generatie volkomen vreemd. Tegenwoordig weet een geslaagde ondernemer op te houden bij zijn 55-ste verjaardag. Het liefst nog eerder. De zoon of dochter die de zaak wil overnemen, komt dus veel eerder aan de beurt dan in de decennia hiervoor.
Voordat Van Roosmalen dieper ingaat op de technische aspecten van bedrijfsopvolging, wil hij in ieder geval gezegd hebben dat de inspanningen van accountants hem over het algemeen zwaar teleurstellen. Vooral de grotere kantoren presteren volgens hem ver onder de maat. Accountants, benadrukt de bedrijfsadviseur, zijn vaak de belangrijkste vertrouwenspartners van de ondernemer. In ieder geval zitten ze in de eerste 'schil' om de onderneming heen. Dus zou je ook van die beroepsgroep mogen verwachten dat ze pro-actief met adviezen op de proppen komen. Hij heeft echter nog nooit gemerkt dat accountants in het geweer kwamen als het gaat om de regeling bedrijfsbeëindigingshulp.
"Accountants schieten te kort wat betreft de regeling bedrijfsbeëindiging. Daarentegen heb ik bij kwesties als overname of opvolging wel degelijk pro-actieve accountants meegemaakt, hoewel die op de vingers van één hand te tellen zijn. Eigenlijk zouden accountants meer eigen verantwoordelijkheid moeten nemen: pro-actief adviseren en niet afwachten tot de ondernemer iets van plan is."

Oriëntatie
Met deze laatste opmerking, over het vroeg bewust maken van de ondernemer, maakt Van Roosmalen een mooi bruggetje naar de praktijk van de bedrijfsopvolging. Eén van de eerste punten die hij in deze context aanstipt is het nemen van voldoende tijd. Wie nog moet beginnen met de eerste fase, namelijk de oriëntatie op de mogelijkheden, mag gerust vijf tot acht jaar uittrekken om het hele proces te doorlopen. "Er zijn meters boeken, brochures en handleidingen over dit onderwerp verschenen. Daarmee wordt in ieder geval haarfijn aangegeven, dat het geen gemakkelijke materie is. Voldoende tijd nemen voor het verkoopklaar maken van het bedrijf is buitengewoon belangrijk."
Wanneer wordt het eigenlijk tijd om over dit probleem na te denken? Van Roosmalen haalt daarbij verschillende voorbeelden van stal. Stel voor dat een leverancier zich niet meer wil binden aan langlopende contracten. Of dat medewerkers vragen beginnen te stellen over de continuïteit van het bedrijf, terwijl anderen veelbelovende medewerkers hun baan opzeggen. Dat zijn belangrijke signalen. De ondernemer kan daaruit de conclusie trekken dat anderen zich blijkbaar afvragen hoe lang hij nog aan het stuur zit. Er bestaat natuurlijk ook een persoonlijke afweging. Stoppen met je vijftigste is tegenwoordig heel gewoon. "De tweede carrière wordt dat ook wel genoemd. Lekker na je vijftigste dingen doen waar je zin in hebt."
Ook een belangrijke afweging in deze oriëntatiefase is het beoordelen van de zakelijke en persoonlijke belangen. Wie is nu eigenlijk belangrijker? De ondernemer en zijn familie of het bedrijf? En komt er een familielid als opvolger in aanmerking of wordt er toch de keuze gemaakt voor een koper van buiten die het volle pond betaalt? En blijft de ondernemer op de één of andere manier (misschien als commissaris) betrokken bij het bedrijf? "Wat je hierover kunt zeggen, is dat er bij de opvolging binnen de familie veel emotie komt kijken. Pa heeft soms de neiging om zich lange tijd met het bedrijf te blijven bemoeien. Daarom adviseer ik vaak om 'vlaggetjes in de tijd' uit te zetten. Dat zijn beslismomenten waarop de vorige generatie taken overdraagt aan de nieuwe. Als het bijvoorbeeld gaat om het aannemen van nieuwe mensen. Tot maart heeft pa die verantwoordelijkheid, na maart zijn zoon."
In dit verband kent Van Roosmalen een leuk praktijkvoorbeeld uit de keukenbranche. De oudere generatie heeft doorgaans een heel andere opvatting hoe om te gaan met showmodellen dan de jongere generatie. "De oudere generatie ziet een showmodel als handel. Daar moet gewoon omzet mee worden gemaakt. Nee, zegt de jongere generatie, een showmodel dient om twintig van dit type keukens te verkopen. Daarna zit de taak van het showmodel er op en kan het weg voor een paar grijpstuivers. Die verschillende benaderingen hebben een totaal ander effect op de financiële voortgang van het bedrijf."
Helemaal aan het eind van de oriëntatiefase is het sowieso nodig een financieel adviseur in te schakelen. Want financiële mogelijkheden om te stoppen en fiscale gevolgen spelen een doorslaggevende rol. "Daar kun je boeken over volschrijven, maar wat één van de belangrijkste aandachtspunten is: de fiscus accepteert het niet dat je een trucje bedenkt om de zaak binnen enkele maanden over te dragen. Als je de bedrijfsvorm omvormt van een v.o.f. naar een bv, terwijl je daarna binnen no time bent vertrokken, wordt dat niet getolereerd. Dat heeft namelijk grote consequenties wat betreft fiscale afdrachten."

(vervolg in komende uitgave)

(in kader:)
Serie
Uit gesprekken van vakblad KIM met lezers blijkt dat de opvolgingsproblematiek voor velen een hot item is. Een goede reden om een serie artikelen hieraan te wijden. In deze uitgave vindt u het tweede artikel uit deze serie. De vorige maand kon u de visie lezen van Tweede Kamer-lid Hella Voûte. In de volgende uitgave komt Philip van Roosmalen nogmaals aan het woord. Hij komt dan met vervolgaspecten, zoals de voorbereiding op de verkoop en het onderhandelen.

(in kader)
Oriëntatie
Raadpleeg uw omgeving!
· De beste adviseurs liggen 's nachts gewoon naast u
· Denk ook aan overige belanghebbenden, zoals de rest van de familie. Hoe groot zijn hun belangen en hoe zwaar wegen die?
· Praat met collega-ondernemers die al zijn gestopt. Wat zijn hun ervaringen?
Het doel:
Aan het eind van de oriënteringsfase hebt u een datum in gedachten waarop u wilt stoppen. Ook weet u bij benadering welke weg u moet gaan om de overdracht te laten slagen.

Bron: Van Roosmalen Bedrijfsadvies

Hugo Schrameijer

Streamer:
"Men mag gerust vijf tot acht jaar uittrekken om het hele proces te doorlopen"

"Financiële mogelijkheden en fiscale gevolgen spelen een doorslaggevende rol"

Bijschriften:
1. Philip van Roosmalen
2. Veel interesse op VKG-vergadering voor de visie van Van Roosmalen (op CD-ROM: afb. 40.tif)


 
 
◀ Terug Delen
 
 
Relevante publicaties
Uw mening
U heeft al eerder aan de huidige stemming(en) deelgenomen.
 
Klik hieronder om de resultaten van de laatst gehouden stemmingen te bekijken