Op zoek naar 12.000 nieuwe ondernemers
 
Opvolgingsproblematiek voor grote groep 'babyboomers'
Vanuit de politiek is er meer aandacht nodig voor bedrijfsopvolging in de detailhandel. Want als er onvoldoende zelfstandige retailers bijkomen, dan krijgen de grootschalige ketenbedrijven steeds meer macht. Uniformiteit in het winkellandschap leidt tot verschraling en is zeker niet in het belang van de consument. Dat stelt Hella Voûte, Tweede-Kamerlid voor de VVD. Ze deed haar uitspraken op een congres van de UGAL, de Europese organisatie van in- en verkoopcombinaties.

Het Tweede-Kamerlid stak niet onder stoelen of banken dat ze grote voorstander is van diversiteit in de detailhandel. Bovendien legt ze veel sympathie aan de dag voor het traditionele familiebedrijf. "In Nederland", zei ze tegenover de zaal bomvol toehoorders uit heel Europa, "is het familiebedrijf zeer succesvol. Dit type onderneming kent een groot aandeel binnen de groep kleine en middelgrote bedrijven. Bovendien speelt het familiebedrijf een belangrijke rol in de nationale en internationale handel. Zonder kleine en middelgrote bedrijven zou de economie pruttelend tot stilstand komen."

Gezonde concurrentie
Een ander belangrijk aspect is volgens Voûte de kwaliteit van kleinere winkels om variatie te brengen in het detailhandelslandschap. Grootwinkelbedrijven en franchisenemers presenteren niet de noodzakelijke afwisseling en het specialisme van de kleine zelfstandige. "Van alle 150 duizend winkels in Nederland behoort 45 procent tot het grootwinkelbedrijf of een franchise-organisatie, 43 procent valt onder een commercieel samenwerkingsverband en slechts 12 procent acteert op eigen vermogen. De toename in grootte of aantal aangesloten vestigingen heeft zijn top bereikt. Ook in de ogen van de consument is het belangrijk dat een groot aantal kleine, gespecialiseerde zelfstandigen overeind blijft. Zulke winkels hebben een nuttig effect op de concurrentiepositie van grote ketens. Bovendien zorgen ze ervoor dat de prijzen op een acceptabel niveau blijven. Een gezonde concurrentie leidt tot een verantwoord evenwicht."

Locaties
Toenemende concentratie in de detailhandel heeft volgens Voûte niet alleen geleid tot verschraling van het aanbod. Die ontwikkeling kende ook een negatief effect op de vastgoedmarkt. Grote spelers kunnen zich immers veroorloven te jagen naar de beste winkellocaties, terwijl zulke plekken eigenlijk ook gegund moeten worden aan kleinere en middelgrote bedrijven. Het is een welbekend geheim dat grootwinkelbedrijven bereid zijn om hogere huurprijzen te betalen voor toplocaties waar geen nieuwkomer voor is te vinden. De kleinere toplocaties gaan dus bijna allemaal naar ketens. En dus worden die locaties niet meer beheerd door ondernemers, maar door winkelmanagers. Het gevolg is dat het aandeel van kleine, onafhankelijke winkels snel afneemt.
"Ook de consument is gebaat bij het handhaven van concurrerende prijzen en een breed aanbod producten. Ik zie het dan ook als zeer belangrijk dat kleinere winkels op toplocaties aanwezig blijven. De overheid dient daarbij zijn verantwoordelijkheid te nemen door concurrerende mogelijkheden in de detailhandel mogelijk te houden."

Vijftig
Nederland vergrijst snel. En eigenlijk geldt hetzelfde voor zelfstandige retailers. Van hen is ongeveer dertig tot veertig procent vijftig jaar of ouder. Het gaat daarbij, omgerekend, om ongeveer 25 duizend detaillisten in de non food-sector. Binnen nu en tien jaar zal deze groep babyboomers behoefte hebben aan een opvolger. Van alle familiebedrijven zal ongeveer vijftig procent worden overgenomen door één van de kinderen. Deze nieuwe generatie van jonge ondernemers zal veel behoefte hebben aan training en scholing om goed beslagen voor de dag te komen. Om de overname door zoon of dochter soepel te laten verlopen, zijn speciale fiscale regelingen hard nodig, vindt Voûte.
Maar als de kinderen geen behoefte voelen om vader of moeder op te volgen, wat dan? In ieder geval valt te verwachten dat in 12 tot 13 duizend winkels geen opvolger voorhanden is. "Om zo'n bedrijf in leven te houden, is het dus nodig een nieuwkomer te vinden, die de bereidheid heeft voor eigen geld en rekening een winkel te runnen. De komende periode zijn er, alleen al in de detailhandel, op jaarbasis 12 tot 13 honderd starters nodig! En ook deze nieuwkomers zullen vragen om voldoende training ter voorbereiding op de praktijk. Een service-organisatie in de detailhandel kan een belangrijke rol spelen bij het coachen en begeleiden van jonge ondernemers. Bovendien kan zo'n organisatie een rol spelen bij het vinden van nieuwe mensen die voldoende enthousiasme aan de dag leggen om een winkel over te nemen. Commerciële organisaties hebben dus een belangrijke taak bij het overeind houden van kleinere winkels. Zonder dergelijke samenwerkingsverbanden staat de kleine ondernemer er immers helemaal alleen voor."

Samenwerking
Grote service-organisaties, meldt Voûte, zijn zich gaan bekommeren om nieuwe branches, openden eigen filialen of zijn samenwerkingen aangegaan met nieuwe franchisenemers. Vooral ook met de bedoeling om het grootwinkelbedrijf te weerhouden al te veel macht naar zich toe te slepen. Nieuwe activiteiten van service-organisaties zijn natuurlijk ook bedoeld om de eigen groei te stimuleren. "Is de commerciële service-organisatie de aangewezen partij om de kleine winkels over te nemen waarvoor geen opvolger bestaat? Het vinden van starters in de detailhandel is in ieder geval geen eenvoudige opgave. Nieuwkomers hikken doorgaans op tegen de lange werkweken. Wie is er nog bereid om zeventig of tachtig uur per week te werken? Een ondernemer die eenmaal gewend raakt aan zo'n werkschema, ervaart weinig problemen. Voor nieuwkomers is zo'n werkweek geen aantrekkelijke vooruitzicht."
"Er is veel te doen de komende tien jaar. Zowel organisaties als overheden moeten ervoor zorgen dat de huidige generatie babyboomers in de detailhandel verzekerd raakt van een opvolger. Commerciële samenwerking tussen kleinschalige retailpartners is essentieel om een antwoord te formuleren op deze uitdaging. Als we er niet in slagen een afdoende oplossing te vinden, dan zullen kleinere en middelgrote winkels onherroepelijk verder marktaandeel verliezen aan het grootwinkelbedrijf. En dat is zeker niet in het belang van de Europese consument."

Slechte voorbereiding
Hella Voûte was één van de inleiders op het congres. Jan Peter Karelse gaf er ook een presentatie, waarbij hij eveneens nadrukkelijk inging op het thema rond bedrijfsopvolging. Karelse is directievoorzitter van inkoopcombinatie Intres én werd de dag voor het congres bovendien benoemd tot president van UGAL. Hij liet zien dat verschillende studies hebben aangetoond dat de komende jaren ongeveer vijf miljoen bedrijven in de Europese Unie (ongeveer dertig procent van alle ondernemingen in Europa) overgaan in nieuwe handen. Dat is een spectaculair aantal. Belangrijker misschien nog wel geldt de constatering dat ongeveer eenderde daarvan op basis van een slechte voorbereiding kopje onder dreigt te gaan. "Oftewel: circa zes miljoen arbeidsplaatsen in de Europese Unie lopen gevaar."

Collectief
De kranten staan vol met negatieve berichten over de economische ontwikkelingen. Zo zou het consumentenvertrouwen gedaald zijn naar een absoluut dieptepunt. Karelse is een stuk positiever, mede door de te verwachten groeiende export naar de Verenigde Staten. "Om optimaal te kunnen profiteren van economische voorspoed dienen fouten bij bedrijfsopvolging zo veel mogelijk vermeden te worden. Het is zelfs te bedenken dat zulke fouten een negatief effect hebben op de andere leden van een commercieel samenwerkingsverband."
Net zoals Voûte ging Karelse nadrukkelijk in op de rol van samenwerkingsverbanden bij de voorbereiding en scholing van nieuwe ondernemers. Jonge ondernemers kunnen elkaar immers in groepsverband laten inspireren. Bovendien bestaan er vanuit commerciële samenwerkingsverbanden tevens de mogelijkheden om jonge ondernemers financieel te ondersteunen. "Door zulke maatregelen wordt de identificatie met de groep verder versterkt. Het samenhorigheidsgevoel onder de aangesloten ondernemers krijgt een extra stimulans. Door de intensieve dialogen onder elkaar, ontstaat bij de retailer bovendien het gevoel bij problemen nooit alleen te staan. Met collectief vergaarde kennis kunnen voor vele problemen een oplossing worden gezocht."

(in kader )
Bedrijfsopvolging: een lijst met afwegingen?

Bedrijfsopvolging binnen de familie kan zwaar gefrustreerd worden door emoties en subjectiviteit. Bij de verkoop aan partijen van elders kunnen ondernemers immers gemakkelijker een zakelijke knoop doorhakken. Belangrijkste aspect rond dit proces is misschien wel een heldere en open communicatie. Waarschijnlijk lukt dat geen enkele ondernemer dat op zijn eigen houtje. Bedrijfsadviseurs en financiële instellingen benadrukken het grote belang van een externe deskundige om ondernemers te begeleiden bij een zorgvuldige planning en voorbereiding. Niettemin willen we wel graag een duit in het zakje doen. Niet door het aandragen van concrete oplossingen, maar door het benoemen van verschillende aandachtspunten. Ongetwijfeld is de lijst afwegingen incompleet, maar er is in ieder geval getracht de belangrijkste overdenkingen boven water te krijgen. Daarbij is vooral gefocused op emotionele afwegingen en niet zozeer op juridische of fiscale.
· Is uw opvolger voldoende geschikt en is zijn/haar affiniteit met uw onderneming voldoende?
· Moet uw opvolger stage lopen of buiten uw bedrijf nog ervaring opdoen?
· Is er een aanvullende opleiding nodig die gericht is op zowel het bedrijf als op de persoonlijke bagage van de opvolger?
· Een goede bezinning: wat wil de opvolger realiseren? Binnen hoe veel jaar, en hoe denkt hij of zij dat te gaan doen? Gaan er belangrijke beleidsveranderingen komen?
· Hoe krijgen medewerkers voldoende respect voor de opvolger?
· Komt er een geleidelijke of abrupte overdacht?
· De betrokkenheid bij het bedrijf na het overdragen van de leiding: blijft de oud-directeur actief als adviseur of commissaris?
· Als de opvolger niet bevalt, wat gebeurt er dan?
· Is er in het opvolgingsplan rekening gehouden met de positie van eventueel overige familieleden?
Ook belangrijk:
· Wat wordt een zinvolle en bevredigende invulling van de vrije tijd na de overdracht?
· Heeft de overdrager een goed zicht op zijn financiële situatie voor, tijdens en na de overdracht?
· Heeft de overdrager voldoende waarborgen voor het veiligstellen van zijn vermogen na de overdracht.
· Heeft de overdrager voldoende maatregelen genomen voor zijn inkomen na de overdacht?
(Bronnen: Cropgroep, Rabobank, ING Bank)


Hugo Schrameijer

Streamers:

'Alleen al in de detailhandel zijn op jaarbasis 1.200 tot 1.300 starters nodig'

'Bedrijfsopvolging binnen de familie kan zwaar gefrustreerd worden door emoties'
 
 
◀ Terug Delen
 
Categorie: Management
 
Relevante publicaties
Uw mening
U heeft al eerder aan de huidige stemming(en) deelgenomen.
 
Klik hieronder om de resultaten van de laatst gehouden stemmingen te bekijken