Het Digitale Product Paspoort: Transparantie of bureaucratie?
Column Olaf
Stel je voor: je koopt een nieuwe jas en met één simpele scan zie je precies waar de materialen vandaan komen, wie hem gemaakt heeft en hoe je hem het beste kunt onderhouden. Klinkt goed, toch? Dit is precies wat de Europese Commissie voor ogen heeft met het Digitale Product Paspoort (DPP). Een nobel idee om transparantie te bevorderen en bedrijven aan te zetten tot duurzamere productie. Maar zoals vaker met ambitieuze plannen vanuit Brussel, rijst de vraag: is dit een slimme innovatie of een regelgevend monster?
Het idee is eenvoudig: elk product krijgt een digitaal dossier met informatie over herkomst, samenstelling productieprocessen en milieu-impact. Zo kunnen consumenten duurzamere keuzes maken en worden bedrijven gestimuleerd om hun productieketens transparanter te maken. Bovendien moet het DPP de levensduur van producten verlengen. In theorie weet je straks precies hoe je een product onderhoudt, repareert of recyclet. Maar de uitvoering roept vragen op.
Een van de grootste uitdagingen is de enorme hoeveelheid data die verzameld moet worden. Denk aan grondstoffen, productieketens en milieu-impact – en dat voor miljoenen producten. Grote bedrijven met duurzaamheidsdoelen en menskracht kunnen dit wellicht opbrengen, maar hoe zit het met kleinere bedrijven? Kunnen zij de extra administratieve last en kosten dragen? En daarnaast: wie betaalt de rekening eigenlijk? Worden deze kosten doorberekend aan de consument? En zo ja, is die bereid om meer te betalen voor transparantie? In Nederland, waar prijs en kwaliteit vaak vooropstaan, valt dat best te betwijfelen.
Technologie kan helpen. Blockchain kan bijvoorbeeld bijdragen aan veilige en betrouwbare data, en IoT-apparaten kunnen real-time informatie verzamelen. Maar hoe complexer het systeem, hoe groter de kans op datalekken, technische problemen en bureaucratie. Een DPP wordt effectief als consumenten het ook daadwerkelijk gaan gebruiken en voor de extra informatie willen betalen aangezien de investeringen in de keten ergens moeten worden terugverdiend. Door het DPP niet alleen als een duurzaamheidsrapportagetool te zien, maar ook als een middel om waarde toe te voegen voor de consument, kan het een commercieel succes worden. En dan kan het DPP bijdragen aan de broodnodige innovatie en verduurzaming binnen de markt.
Het DPP heeft zeker potentie, maar daadwerkelijk succes hangt af van de uitvoering. Wordt het een praktische tool die consumenten helpt bij duurzame keuzes? Of verzandt het in een log bureaucratisch systeem dat vooral kleinere bedrijven benadeelt? Voor nu blijft het een veelbelovende innovatie met zeker nog een weg te gaan. Maar als het vooral een tool blijft voor toezichthouders en consumenten er weinig mee doen, wat is dan de echte impact?
Olaf Zwijnenburg, in samenwerking met Peter van Heerde
Olaf Zwijnenburg is Sectormanager Retail en Groothandel bij Rabobank Nederland en is daarvoor als directeur verantwoordelijk en betrokken geweest bij grote transities van internationale retailers en merken. Peter van Heerde is Sectormanager Retail en Groothandel bij Rabobank Nederland, heeft als bankier jarenlang retailers en groothandels gefinancierd en is ruim 7 jaar bestuurslid van de BIZ in Hoofddorp Centrum.
© 2025
Gerelateerde bedrijven
Relevante publicaties