In juni vindt in Keulen spoga+gafa plaats, 's werelds grootste tuin- en barbecuebeurs. Elk jaar brengt deze beurs bedrijven en bezoekers uit de tuinlifestylesector uit alle hoeken van de wereld bij elkaar. Tijdens de persbijeenkomst, die voorafgaand aan spoga+gafa eerder dit jaar in Utrecht werd gehouden, sprak onder meer interieurblogger en auteur Igor Josifovic-Kemper, die straks eveneens als deskundige aanwezig zal zijn op de beurs.

Terug naar de natuur
Hoe ziet hij de trend ‘terug naar de natuur’ en hoe belangrijk is groen voor het welzijn en de leefbaarheid in de stad? Igor: “Ik volg deze trend met veel enthousiasme. We moeten meer groene ruimten creëren, vooral in binnenstedelijke gebieden. Ook gezien de steeds verdergaande verstedelijking en de daarmee gepaard gaande klimaatveranderingen, die tot stijgende temperaturen leiden. In stedelijke gebieden is dit nóg duidelijker aanwezig. Groene ruimtes en bomen zijn essentieel voor verkoeling en recreatie in de stad. Steden met veel groenspaces behoren vrijwel altijd tot de meest leefbare steden ter wereld. Er is een duidelijke behoefte aan gebieden waar natuur en mens weer nauwer met elkaar in contact kunnen komen.”

Stadstuinieren
Ook stadstuinieren en samen genieten van het buitenleven zijn nog altijd ‘in de mode’. Hoe kunnen deze aspecten helpen om stedelijke ruimtes leefbaarder te maken en een gemeenschapsgevoel te bevorderen? “Enerzijds via gemeenschappelijke vergroeningsprojecten in de stad, maar ook op kleine schaal kan iedereen individueel een bijdrage leveren. Stadstuinieren op kleine stadsbalkons of volkstuintjes bijvoorbeeld, mag hier niet vergeten worden. Het is een heerlijk en bevredigend gevoel om zelf iets te planten en te zien groeien; zelfgekweekte kruiden, groenten of fruit. Vooral balkons kunnen worden gebruikt om groene oases te creëren midden in de stad, bloeiende planten, kruiden, tomaten, er zijn er zoveel mogelijkheden. Het is belangrijk om het balkon gezellig te maken. En tegenwoordig is er een ruim aanbod aan sfeervol en praktisch buitenmeubilair dat ook geschikt is voor kleine stadsbalkons en perfect is voor gezellige zomerdagen en avonden op het balkon.”

Welke trends signaleert Josifovic-Kemper momenteel als het gaat om het ontwerpen van je eigen stukje groen? Zijn er bepaalde stijlen of materialen die in het bijzonder populair zijn?
“Ik heb zelf bijvoorbeeld een heel klein balkon, maar ik zou het niet willen missen. Ik plant er altijd twee grote balkonbakken met bloeiende planten en heb een aantal potten met keukenkruiden. Meubilair is ook belangrijk, vooral praktisch meubilair dat geschikt is voor kleine balkons. In steden wonen veel mensen met affiniteit voor design, die vaak hoge eisen stellen aan design buitenmeubels. De buitenmeubelindustrie heeft hier al op ingespeeld. Wat de tweede vraag betreft: ik neem al enkele jaren een trend waar in de richting van organische vormen, kleuren en materialen. Deze combinatie van natuurlijke materialen en aardse kleuren is ook zichtbaar in het ontwerp van groene ruimtes en balkons. Zelfs materialen die van nature eerder koel en industrieel zijn, zie je nu verschijnen in warme, natuurlijke tinten groen, zonnebloemgeel etcetera. Deze omslag naar steeds natuurlijker materialen en kleuren, zien we ook steeds vaker op balkons. Als een moderne, designbewuste mix die verder gaat dan de klassieke houten klapstoelen en tafels.”

Gezien het toenemende belang van duurzaamheid en milieubewustzijn: wat is de verantwoordelijkheid die fabrikanten van tuinmeubilair en groene ruimten hebben op het gebied van ecologie en maatschappelijke verantwoordelijkheid?
“In de toekomst zal er meer geld naar verantwoorde producten gaan. In producten die ik kan kopen met een schoon geweten. Hier kan de industrie duidelijke keuzes maken: in de materiaalkeuze, in de productieprocessen én in transparantie richting de klant. Bewuste consumenten willen steeds meer weten hoe en waar een meubelstuk is gemaakt, welke materialen zijn gebruikt, hoe groot de
ecologische voetafdruk is, hoe duurzaam en veilig de materialen, kleuren etcetera zijn. Voor mij als persoon én voor het milieu. Bedrijven moeten deze verantwoordelijkheid onder ogen zien en hierop antwoorden vinden”