Klik voor foto Klik voor foto
 
Het franchise familiebedrijf overnemen
 
Het familiebedrijf (deel 5)
In vier eerdere artikelen hebben we, aan de hand van gesprekken met deskundigen van BDO accountants & belastingadviseurs, verschillende aspecten van het reilen en zeilen in het familiebedrijf besproken. In deze laatste aflevering zoomen we met Anne-Marie Nijman en Edith Nobels in op de bedrijfsovername in geval van aansluiting bij een franchiseorganisatie.
 
Want wat vindt de franchiseorganisatie eigenlijk van de beoogde opvolger? En wat nou als zoon of dochter dolgraag het familiebedrijf wil voortzetten, maar de franchisegever ziet het niet zitten? “Zij bepalen de spelregels. De franchiseorganisatie heeft over het algemeen een behoorlijke vinger in de pap.”

Het geschiktheidsvraagstuk speelt een belangrijke rol wanneer er sprake is van bedrijfsovername- en opvolging in een franchisebedrijf. “Bij niet franchise-ondernemingen bepaalt de familie alles zelf. Bij franchise zit er een derde partij aan tafel, de francisegever. In dat geval gelden de spelregels van de franchiseorganisatie. Als je als ondernemer besluit in een franchiseformule te stappen, dan geldt vanaf dat moment dat er wordt gekeken of de franchisegever jou als geschikte ondernemer binnen de formule ziet. Pas jij bij de formule? En automatisch geldt, dat wanneer jij als ondernemer geschikt wordt geacht en je besluit jaren later dat je je bedrijf wilt overdragen aan een kind, dat de franchiseorganisatie dan opnieuw bekijkt: past deze ondernemer bij de formule? De beoogde opvolger zal dan ook weer de geschiktheidstoets moeten afnemen”, licht Edith Nobels toe.

Ondernemersskills
Een franchisegever is in de eerste plaats gebaat bij continuïteit van de formule, aldus Nijman en Nobels. Anne-Marie Nijman geeft een voorbeeld uit haar praktijk. “Neem supermarktformule Jumbo. Zij leiden ondernemers op aan hun eigen Jumb Academy. Ik begeleidde eens een ondernemer die het bedrijf wilde laten overnemen door zijn schoonzoon. Hij deed de Academy, schreef een ondernemersplan, maakte een examen en werd vervolgens afgewezen. Dat betekende dat hij de supermarkt van zijn schoonvader niet kon overnemen. Vervelend op dat moment, maar het heeft ook een goede kant. Het is niet zo dat de beoogde overname meteen van de baan is. Bij een twijfelachtig assessment, hebben organisaties vaak wel een coachingstraject. De organisatie is immers is ook gebaat bij een tevreden ondernemer. Meestal wordt er wel moeite gedaan om iemand alsnog geschikt te krijgen. Maar als dat niet lukt, dan houdt het op. Persoonlijk heb ik het overigens nog nooit meegemaakt dat een ouder en kind per se willen en de formule-organisatie niet.”

In de door Nijman genoemde situatie, kreeg de schoonzoon tijd zich verder te ontwikkelen. Een jaar later mocht hij het opnieuw proberen en toen was hij er wel klaar voor. “Je wordt echt op ondernemerscompetenties getoetst. Dat is belangrijk voor de formule-organisatie, maar ook voor de nieuwe ondernemer. Het mes snijdt hier echt aan twee kanten. Je ontdekt voor jezelf of je klaar bent voor het ondernemerschap en verkleint daarmee de kans op falen.” Maar wat nou als je over een flinke dosis ondernemersskills beschikt, maar simpelweg niet zo goed bent in het maken van examens? “Dan betekent dat echt niet meteen een definitief nee. Er wordt goed gekeken naar je kwaliteiten als ondernemer. Je kunt ook zaken inhuren. En er is het vangnet van de organisatie. Eén van de onderdelen van een franchiseorganisatie, is dat bedrijfsopvolging goed begeleid wordt. Dat geldt trouwens ook bij een verkoop aan derden.”

Werknemer of werkgever
Nijman geeft nog een voorbeeld, van een vader die zijn (franchise)bedrijf wilde verkopen aan zijn zoon. “Die deed een assessment en daaruit bleek dat hij ongeschikt was. Vader en zoon hebben zich daar vrij snel bij neergelegd. De zoon werkte al heel lang in het familiebedrijf, het leek daarom logisch dat hij de opvolger was geworden, maar dat is niet doorgegaan, omdat de franchisegever het niet zag zitten. Achteraf ziet vader echter ook wel dat zijn zoon niet heel geschikt is als ondernemer en ook de zoon zelf voelt zich er prima bij dat hij werknemer blijft en geen werkgever wordt. Deze winkel gaat nu over naar de formule organisatie. Dus ook zonder geschikte opvolging in de familie kan deze ondernemer zijn bedrijf wel goed verkopen.”

Vangnet
Edith Nobels haakt daarop in: “In een franchiseovereenkomst wordt opgenomen dat niet zomaar iedereen een bedrijf kan overnemen. Dat is ter bescherming van beide partijen. Zowel franchisegever- als nemer zijn gebaat bij continuïteit. Het is een vangnet ter bescherming van beide kanten.” Nobels vervolgt: “Vaak is in een formule contract vastgelegd dat je bij verkoop je bedrijf in eerste instantie moet aanbieden aan de franchisegever, voordat je het in de markt zet. Die willen over het algemeen graag een locatie behouden. De franchisegever doet dan ook een toets wie de beste gegadigde is. Vaak zijn dat andere ondernemers binnen de organisatie die graag een extra vestiging willen.” Wat ons meteen brengt bij, los van de begeleiding, een ander belangrijk voordeel van de verkoop van een franchisebedrijf. “Aan de ene kant is er minder vrijheid aan wie je kunt verkopen en gelden er duidelijke regels voor bedrijfsovername, maar tegelijkertijd is het wel zo dat de kans dát je kunt verkopen groot is. En vaak onder hele duidelijke voorwaarden.”

Zijn er verschillen tussen franchise en niet-franchise als het gaat om de financiering van de bedrijfsovername? En hoe zit het met de overname van contracten en afspraken met de franchiseorganisatie? “De overname van het familiebedrijf is in veel opzichten vergelijkbaar met niet franchiseorganisaties. Maar daarnaast komen er ook de (financiële) afspraken bij met de franchiseorganisatie. Je neemt niet de bestaande afspraken over, maar je maakt als opvolger een nieuwe overeenkomst met de franchisegever”, aldus Nobels. “Daarnaast zie je bij franchise contracten soms dat er ook een huurcontract voor het pand onder ligt. Ook dat speelt een rol. Ben je een EPO, ofwel een Eigen Pand Ondernemer, of heb je een dubbel contract; een franchisecontract én een huurcontract? Bij overdracht aan de volgende generatie is een vraag: gaat het onroerend goed (in eigen beheer) ook over naar de volgende generatie of alleen de onderneming?”

Nieuwe afspraken
Nog even terug naar het maken van nieuwe franchise afspraken door de opvolger. Nijman geeft een voorbeeld: “Stel, je gaat een contract voor vijf jaar aan, steeds met verlenging, en je hebt een franchise fee afgesproken van bijvoorbeeld 7 procent. Het kan zijn dat nieuwe franchisenemers ondertussen 8 procent betalen. Dan geldt dat jouw kind bij overname rekening moet houden met de meest actuele afspraken en geen aanspraak kan maken op de ooit door jou gemaakte afspraken. Vanuit de franchiseorganisatie zullen ze niet anders handelen bij een overdracht in de familie of aan derden. Hooguit zal er aan de voorkant wellicht wat meer effort zijn om de opvolger naar de ondernemerspositie te krijgen, waar er bij derden wat kouder gekeken wordt, puur naar de geschiktheid. Wij zien in de praktijk wel dat er bij familiebedrijven wat harder hun best gedaan wordt om een overdracht te laten slagen.”

Met de verkoopprijs van het bedrijf heeft de franchisegever overigens geen enkele bemoeienis. “Als je binnen de familie overdraagt, heb je natuurlijk fiscale spelregels, maar daarin heeft de franchiseorganisatie geen rol. De franchisegever komt alleen in beeld bij het geschiktheidsvraagstuk. Als daarop het antwoord ja is, dan is er geen inmenging qua financiering en dergelijke en gaan zij gewoon een nieuw contract aan met de bedrijfsopvolger.”

Op tijd een stip zetten
Samenvattend: het belangrijkste verschil tussen de bedrijfsovername binnen een franchiseorganisatie en een bedrijf waarvoor dat niet geldt, is dat er naast de ondernemer en de beoogde opvolger een derde partij een belangrijke vinger in de pap heeft, namelijk de franchisegever. Positief daaraan is dat ook bij gebrek aan geschikte opvolging, de kans op verkoop binnen een franchiseorganisatie vaak wat groter is dan zonder. Wanneer het gaat om opvolging binnen de familie, zien Nijman en Nobels, dat franchiseorganisaties vaak net een stapje harder hun best doen om de overname te laten slagen. En fungeert de franchiseorganisatie tevens als vangnet naar de familie. “Dat geeft een stukje extra comfort in begeleiding.”

Tot slot geeft Nijman nog wat praktische handvaten mee: “Ben je met je bedrijf onderdeel van een franchiseorganisatie en wil je overdragen aan een kind? Check op voorhand goed je contract en de voorwaarden, zodat je weet waar je aan moet voldoen om een overdracht te realiseren.” Nobels vult aan: “Vergeet je huurcontract daarbij niet. Soms is het zo dat een huurcontract een andere einddatum heeft dan je franchise contract. Stel dat je wilt stoppen, en je huurcontract loopt eerder af, dan moet je zeker tijdig in gesprek.” Nijman: “En zet op tijd een stip aan de horizon. Dat geldt eigenlijk altijd, niet alleen met een overname binnen de familie. Dan kun je erop voorsorteren. Neem je franchisegever ook zeker mee in je plannen. Dan kun je samen optrekken, ook in het opleiden van de opvolger.”
 
 
◀ Terug Delen
 
KIM• Keuken & -Interieur Magazine | 2023 - januari | Pagina(s) 22
 
Gerelateerde bedrijven
Relevante publicaties
Uw mening
U heeft al eerder aan de huidige stemming(en) deelgenomen.
 
Klik hieronder om de resultaten van de laatst gehouden stemmingen te bekijken