Klik voor foto Klik voor foto Klik voor foto
 Klik voor foto Klik voor foto
 
“Help, we hebben geen opvolger”
 
(Deel 2) Het familiebedrijf: het bedrijf verkopen aan derden
In een reeks artikelen nemen wij de lezer mee in de ins en outs van familiebedrijven, waarbij we in elke aflevering dieper ingaan op een specifiek thema. In de eerste aflevering las u een introductie over het familiebedrijf; wanneer ben je eigenlijk een familiebedrijf? Volgens de definitie die bij BDO wordt gehanteerd, wanneer er op beslissingsniveau meer dan één familielid actief is in een bedrijf, of wanneer er sprake is van opvolging op de loonlijst, bijvoorbeeld wanneer er kinderen werkzaam zijn in het bedrijf die nog geen beslissingsbevoegdheid hebben, maar waarvan het wel de bedoeling is dat zij in de toekomst het bedrijf overnemen.
 
In deze editie gaan we nader in op de verkoop van het familiebedrijf. Voor veel bedrijfseigenaren zal gelden dat in het ideaalplaatje het familiebedrijf op enig moment wordt overgedragen aan bijvoorbeeld een kind of meerdere kinderen. Maar wat nou als er geen opvolging is? Als er geen kinderen zijn, of, wanneer die er wel zijn, zij niet willen of kunnen. Niet ieder kind heeft interesse in het bedrijf van zijn ouders, of is geschikt om later het familiebedrijf te leiden. Wanneer er binnen de familie geen geschikte opvolger is, ligt het voor de hand het bedrijf te verkopen aan derden. Wat komt er kijken bij een bedrijfsverkoop aan een externe partij? Dat gaan we in dit artikel uitlichten.

Een clean bedrijf; wees misbaar
“Het is belangrijk dat je als ondernemer op tijd je horizon bepaalt. Als er wel potentiële opvolging is, moet je tijdig met elkaar in gesprek: willen jullie wel? Hoe eerder duidelijk is of er op enig moment bedrijfsopvolging is binnen de familie, hoe beter dat in feite is”, aldus Anne-Marie Nijman, senior manager Privat Client Services bij BDO Nederland. “Eigenlijk zou je eerst als ondernemer zelf je horizon moeten bepalen. Wat wil ik, hoe lang wil ik doorgaan, en pas van daaruit bekijken: is er opvolging, en zoja, wie zou dat kunnen zijn, én is die potentiële opvolger geschikt? Pas daarna komt dan de vraag: wil iemand ook, is er werkelijk interesse in een bedrijfsovername?”

“Als er geen opvolging is, dan is het een helder verhaal. Dan weet je dus dat je in de toekomst moet verkopen. In dat geval kun je al tijdig zorgen voor een “clean” bedrijf, wat maakt dat het op welk moment dan ook makkelijker te verkopen is.” Nijman licht toe: “Zorg dat het hele bedrijf niet aan de ondernemer hangt. Je moet jezelf misbaar maken, ervoor zorgen dat het bedrijf zonder jou ook doordraait.” Een eenvoudig voorbeeld is de kroeg, waar de vaste gasten dagelijks de barkrukken vullen. Als de kroegeigenaar iedere dag zelf achter de toog staat en zijn kroeg is volledig aan hem opgehangen, dan is het café zonder zijn eigenaar ineens stukken minder waard.

Stap één in het proces van verkopen aan derden, is dus: zorgen dat je zelf onmisbaar bent. Vraag jezelf eens af: wat nou als ik dit jaar een maand met vakantie ga, loopt alles in het bedrijf dan door zonder dat ik dagelijks meerdere keren word gebeld? Loopt de boel op rolletjes, omdat je medewerkers precies weten wat er van ze verwacht wordt? Heeft iedereen duidelijke taken en zijn er ook in het geval van onverwachte tegenvallers of paniek andere mensen dan jijzelf die de boel in goede banen weten te leiden? Kun je met een gerust hart langere tijd afwezig en zelfs onbereikbaar zijn, zonder dat in het bedrijf de boel in het honderd loopt of er stapels werk blijven liggen, dan heb je die stap in de potentiële verkoopbaarheid van je bedrijf waarschijnlijk afgevinkt.

Of je nou wilt stoppen wanneer je 55 bent of de 70 voorbij, belangrijk is dus op tijd te bepalen op welk moment je je bedrijf wilt verkopen. En daar vervolgens naar handelen. “Als je bijvoorbeeld altijd zelf personeelszaken deed, of de marketing of sales, ga dan die afdelingen anders inrichten, externen aannemen, en zorg dat alles loopt zonder jou. Ga je interne organisatie opnieuw structureren. Ik herinner me een ondernemer die zei: ik wil alleen maar vragen waarop ik met slechts een simpel ja of nee kan antwoorden. Als dat het geval is, dan heb ik het goed gedaan, want dan hebben mijn medewerkers van tevoren alles al uitgedacht.”

Bedrijf te koop: waar vind ik een koper?
Er zijn situaties waarbij het vanaf dag één duidelijk is dat er geen (geschikte) opvolging is en helder is dat op het moment dat je ooit wilt stoppen met je bedrijf, je op zoek zult moeten naar een externe partij. Maar wat nou als pas in een laat stadium duidelijk wordt dat er geen opvolging is? Omdat een kind na jaren meedraaien toch niet geschikt blijkt? Of het, ondanks goede verwachtingen en intenties, niet leuk blijkt te vinden? Of omdat een kind wel wil meewerken in het familiebedrijf, maar besluit niet zelf de eigenaar te willen worden? “Wat soms gebeurt, is dat je al heel lang op de snelweg zit, je de beoogde opvolger een assessment af laat nemen door bijvoorbeeld BDO en daar komt vervolgens een negatief advies uit. Er kunnen tal van redenen zijn waarom je jarenlang denkt opvolging in het familiebedrijf te hebben, wat dan toch anders uitpakt. In alle gevallen zijn er verschillende methodes om een koper te vinden. Binnen je eigen bedrijf, via je netwerk, of middels een platform.”

We zetten de methodes voor het vinden van een potentiële koper op een rijtje:

1. Het platform: je kunt er voor kiezen, net zoals wanneer je een woning koopt of wilt verkopen, je bedrijf aan te bieden op een platform. Hiervoor zijn diverse mogelijkheden, onder meer via BDO Legal M&A. “Op zo’n platform staan niet alleen bedrijven te koop, maar vind je ook mensen die op zoek zijn naar een bedrijf om over te nemen. Bijvoorbeeld omdat ze willen uitbreiden in een bepaalde sector. Wat je vaak met dergelijke platforms bereikt, is dat je heel goed een benchmark kunt maken; het vergelijken met andere, soortgelijke bedrijven, is makkelijker op een platform, wat de waardebepaling van een bedrijf eenvoudiger maakt.”

2. Zelf een match vinden: je kunt op zoek gaan naar een geïnteresseerde koper via je eigen netwerk, of misschien ben je al eens benaderd door iemand die interesse heeft in je bedrijf.

3. Of je zoekt naar opvolging intern, buiten de familie, maar wel in je eigen bedrijf. Bijvoorbeeld vanuit je zittende directie of management. Interne opvolging buiten de familie klinkt voor de hand liggend, maar toch gebeurt dit niet heel vaak. Edith Nobels licht toe: “Wij komen in de praktijk vaker familieopvolging of verkoop aan derden tegen, dan verkoop van het familiebedrijf aan het zittende management, zijnde niet-familieleden. Mensen zijn niet voor niets in loondienst. Vaak is dat een bewuste keuze. Ondernemer worden is toch iets anders, niet elke manager durft de stap te maken om voor eigen rekening en risico een bedrijf te willen.” “Ondernemers zijn vaak een ander slag mensen”, vult Nijman aan. “Het is niet zo dat het een beter of slechter is dan het ander, het is gewoon een feitelijke constatering. Het is zeker geen vanzelfsprekendheid dat een geweldige directeur of manager in loondienst ook geschikt is om het bedrijf over te nemen.”

4. Verkoop aan een collega franchise, als je bij een franchise-organisatie bent aangesloten. Deze variant komt in een latere aflevering aan de orde.

De waardebepaling: wat is mijn bedrijf waard?
Om te bepalen wat een bedrijf waard is, bestaan er diverse methodes. We bespreken hier de drie meest voor de hand liggende methodieken.

Allereerst de DCF Methode, waarbij DCF staat voor Discount Cash Flow, welke is gestoeld op de toekomstige kasstroom, winsten en investeringen. Deze methode van waardebepaling wordt door de belastingdienst geaccepteerd. Dat is vooral van belang bij overdrachten tussen ouders en kinderen, om te voorkomen dat de indruk gewekt zou kunnen worden dat er sprake is van schenking. “De DCF methode is een vrij ingewikkelde, subjectieve en tijdrovende methode.” Nijman geeft een voorbeeld: “Neem de makelaar die je een taxatie laat doen; als je er drie vraagt krijg je drie andere uitkomsten. Het zal heus niet enorm verschillen, maar de uitkomst zal nooit exact hetzelfde zijn. Dat is bij de DCF net zo. Het is een complexere methode bovendien en blijft vrij subjectief. Dat is de reden dat wij bij overnames door derden niet altijd adviseren de waardebepaling te doen aan de hand van de DCF, tenzij de belastingdienst hier om vraagt. In deze gevallen gebruiken we liever de EBITDA.”

De EBITDA dus. Op de JBF methode, lacht Nobels. “De Jan Boeren Fluitjes methode; daarbij kijk je naar het verleden, wat heeft het bedrijf in de afgelopen jaren gedaan qua EBITDA: Earnings Before Interest Taxes Depreciation en Amorcitation, ofwel, verdiensten voor belasting, afschrijving en aflossing. Concreet: wat werd er verdiend de afgelopen drie, vier jaar en dat doen we dan keer factor drie, bijvoorbeeld. Afhankelijk van wat er in de betreffende branche gebruikelijk is.” Deze ‘multiples methode’ wordt veelal ingezet wanneer er sprake is van verkoop van een bedrijf aan derden. “Je neemt de cijfers van de afgelopen x aantal jaren en dan ga je onderhandelen. Wat is gebruikelijk in je branche, maar ook: wat is je onderhandelingspositie, hoeveel gegadigden zijn er, hoe snel en graag wil je verkopen?”

En dan is er nog de VR Methode, de verbeterde rentabiliteitswaardemethode. Deze gaat uit van de meest recente nettowinst (netto bedrijfsresultaat), meer concreet: wat hou je onderaan de streep over per jaar. Bijvoorbeeld: stel, je hebt een omzet van 10 miljoen, onderaan de streep hou je een nettowinst over van 1 miljoen. Dan is je rentabiliteit 10%. “De waarde bij de VR baseert zich op de toekomstige winsten die de onderneming kan realiseren bij voortzetting, er wordt niet alleen gekeken naar de structurele winstcapaciteit, maar er wordt ook gekeken naar de in het verleden gehaalde resultaten en de gewenste vermogensstructuur.”

“Er is niet één voorgeschreven methodiek bij verkoop aan derden. In de regel worden deze drie methodes gebruikt als uitgangspunt, dit zijn de meest gebruikelijke waardebepalingsmethodes.
DCF wordt verplicht gesteld door de fiscus bij verkoop binnen de familie, maar bij verkoop aan derden is in de praktijk uiteindelijk vooral bepalend wat een verkoper voor zijn bedrijf wil hebben, wat hij vindt dat het waard is, en wat een koper bereid is te betalen. Eigenlijk net als met de aan- en verkoop van woningen: het blijft ook een kwestie van vraag en aanbod.”

Van familielid naar medewerker
We noemden al eerder de situatie waarbij kinderen werkzaam zijn in het familiebedrijf, maar geen belangstelling hebben om het over te nemen of daarvoor niet geschikt zijn. Wanneer er een bedrijfsverkoop aan een externe partij op stapel staat, moet er dan rekening gehouden worden met eventuele kinderen of andere familieleden in het bedrijf? Nobels: “Dat is enigszins afhankelijk van de situatie. Als een familielid bijvoorbeeld operationeel directeur is en er komt ineens een nieuwe eigenaar, dan kan dat best lastig zijn. Maar wanneer kinderen werkzaam zijn in lagere en/of uitvoerende functies, dan vinden ze het vaak prima. Hoe dan ook, het is wat het is. Wanneer een bedrijf wordt verkocht aan derden, dan wordt het personeel mee overgenomen, dus ook familieleden. Maar familie of niet, op het moment van bedrijfsovername ben je dan ineens geen familie meer. Het is dus vooral belangrijk dat je als ondernemer aan de voorkant heel duidelijk communiceert en transparant bent naar je medewerkers over wat er gaat gebeuren. Dus ook naar familieleden.”
 
 
◀ Terug Delen
 
KIM• Keuken & -Interieur Magazine | 2022 - mei | Pagina(s) 38
Categorie: Management, Financiën
 
Gerelateerde bedrijven
Relevante publicaties
Uw mening
U heeft al eerder aan de huidige stemming(en) deelgenomen.
 
Klik hieronder om de resultaten van de laatst gehouden stemmingen te bekijken