We spreken aan de Melbournestraat 3 in Lijnden over deze thema’s met André van Rijn -verantwoordelijk voor marketing, inkoop en projecten- en Jan Blankenspoor -verantwoordelijk voor de procesgang binnen de Voortman Groep. Eerst over deze nieuwe locatie, toch ver gelegen van het hoofdkantoor te Rijssen...
“Deze locatie is bewust gekozen, omdat deze centraal is gelegen, onder meer tussen allerlei nieuwbouwprojecten in de regio Utrecht - Amsterdam. Bewoners van die regio gaan niet gauw naar een vestiging in bijvoorbeeld Apeldoorn; dus komen we nu naar hen toe. Hier wonen veel mensen die behoefte aan de kwaliteitskeukens die wij hen kunnen bieden, met nadruk op degelijkheid en betrouwbaarheid. We hebben onze showroom daarbij ingedeeld in de vijf vertrouwde stijlgroepen modern, klassiek, design, industrieel en landelijk. We willen daarbinnen iets fraais bieden. Consumenten denken immers niet meer in standaardkeukens, maar in sfeer en in beelden; en die willen ze hier terugzien. Dat moeten ze in deze showroom kunnen beleven, zodat ze de stijl en sfeer kunnen kiezen die ze in hun huis willen. De showroom is ontworpen in samenwerking met Danielle Meijer, vanzelfsprekend in nauw overleg met onze directie. Voortman is een familiebedrijf, momenteel geleid door de derde generatie: Ard Voortman. Deze vestiging te Lijnden is tevens een KeukenVision vestiging. Die formule binnen onze groep richt zich onder meer op de zakelijke doelgroep van projecten. De naam KeukenVision is bovendien in Zuidwest Nederland bekender dan de naam Voortman, die met name in het midden en oosten van ons land grotere naamsbekendheid heeft. De overname van KeukenVision door de Voortman Groep blijkt daardoor grote voordelen te hebben.”

Daaruit blijkt dat de Voortman Groep momenteel grote stappen wil maken?
“De Voortman Groep houdt niet van stilstaan en wil steeds voort-gaan. Wanneer we stil staan, is immers het elan eruit. We willen altijd in beweging zijn. Onlangs kreeg de Voortman Groep een nieuwe huisstijl, met onder meer nieuwe logo’s. Maar daar blijft het niet bij. Jaren geleden hebben we gesteld dat we als bedrijf duidelijk voorbereid moeten zijn op de toekomst. Onze bedrijfsprocessen moeten optimaal geautomatiseerd zijn. Want alles begint bij je eigen bedrijfsprocessen. Zonder goed geregelde processen, met een stevige basis, kun je allerlei leuke dingen bedenken, maar dan blijft het ‘Spielerei’. De markt levert genoeg producten op gebied van bijvoorbeeld software, maar dat is veelal los zand. Binnen onze organisatie, met vier verschillende formules, willen we een eenheid vormen met één gedachtegoed met kwaliteit en beleving. Dat moet je op de juiste manier waarborgen. Zeker wanneer je als bedrijf groeit en in de toekomst mee wilt ontwikkelen. Daar hebben we hard aan gewerkt en onze eigen software op ontwikkeld. Alles vanuit een duidelijke visie: klaar zijn voor de toekomst en daar onze processen naadloos op aansluiten.”

In de showroom zien we daarom ook connected apparatuur van enkele apparatuurmerken?
“Die geautomatiseerde bedrijfsprocessen bieden inderdaad ook mogelijkheden voor ontwikkelingen als connected apparatuur. Maar dan moeten we dat wel op een functionele manier invullen. Producenten bouwen veelal een virtuele omgeving met hun eigen apparatuur erin en bijbehorende apps. Ieder van hen bedenkt heel leuke dingen met voor hen zinvolle marketingaspecten. De eindconsument heeft een apparaat en de producent weet nu waar dat apparaat staat -dat is belangrijk voor de service- en hoe hij kan aansluiten bij de woonwensen en beleving van die consument. Dat is heel boeiend en belangrijk. Maar de functionele toepassing daarvan is toch vaak heel lastig voor de consument. Je kunt wel WiFi toevoegen aan een apparaat, maar wat wil de consument met die WiFi? Hij wil dat het apparaat goed is, trendy en betaalbaar. Dat er WiFi op zit is leuk, maar wat kan hij daar op korte termijn mee? Voor toepassingen bij een stoomoven-magnetron combinatie wil dat nog wel, met het bedenken van gerechten en het samenstellen van een boodschappenlijstje. Dat is leuk wanneer je daarvan houdt. Bij een vaatwasser met WiFi wordt dat voor de consument al lastiger.”

De producenten moeten daarbij dus de retail inschakelen?
“De retailer kan inderdaad namens de producent aan de consument uitleggen wat het belang is van bepaalde concepten. En misschien is de reeds genoemde vaatwasser daarbij dan juist een goed handvat daarvoor. Een leuk recept voor een oven is wel aardig, maar aansluiten bij zonnecollectoren is nog zinvoller. Steeds meer mensen hebben zonnepanelen op hun dak. Die technologie is essentieel, wanneer je de consument kan uitleggen, dat je een keuken zo kunt inrichten dat alles optimaal functioneert. Dat wanneer de zon schijnt, je ook de vaatwasser en de wasmachine en -droger moet inschakelen. Daarin moet je die klant goed begeleiden. Je moet die apparatuur aansluiten bij zijn energiebeheer, zodat hij dat alles kan monitoren. Nu is het nog zo dat iedereen het wiel opnieuw uitvindt, waardoor er losse elementjes ontstaan. Als bedrijf willen wij nu zeggen: kom maar met die losse eindjes -die ‘ingrediënten’- zodat we er voor de consument één ‘gerecht’ van kunnen maken. Wat de producent bedacht heeft, moeten wij als retail vertalen naar de consument. Zo ook naar de projectmarkt: wij moeten hen uit kunnen leggen wat je aan hun woningen aan connected keukenapparatuur, Hue lampen en Alexa spraaksystemen kunt toevoegen, om klaar te zijn voor de toekomst. Iedere producent werkt immers met zijn eigen producten en connected systemen; en wij willen dat alles vertalen naar onze markten. Vanuit die totale ‘brei’ is namelijk iets heel moois te maken. Onze medewerkers binnen het verkoopteam zijn daar ook heel enthousiast voor en willen graag voortdurend bijgeschoold worden. En onze klanten worden door onze werkwijze en door onze showrooms ook enthousiast.”