Verkoopkanalen sanitair kennen zeer grote verschillen
 
Analyse van marktsegmenten (1)
Ieder jaar doet Qudata Markt- & Trendanalyses consumentenonderzoek naar de verkoop van badkamers en badkamerproducten. Ruim 1.000 consumenten die deze producten recent hebben gekocht of binnenkort gaan kopen doen mee aan dit onderzoek. Door vragen aan elkaar te koppelen kan een uitermate interessante analyse worden gemaakt van de hele markt.
 
Consumenten blijken badkamers en badkamerproducten op tal van plaatsen te kopen. De markt voor dit assortiment is dan ook uitermate versnipperd. Respondenten geven aan deze producten te kopen bij zowel Ikea als andere woonwarenhuizen, badkamerspeciaalzaken, bouwmarkten, bouwmaterialenleveranciers en ook het internet.
In de analyse op deze pagina’s wordt uiteengezet waar de consument dit assortiment koopt en wat deze daarvoor betaalt. In deze analyses wordt met name gekeken naar de verschillen tussen de verkoopkanalen, zoals de badkamerspeciaalzaken, de bouwmarkten, het woonwarenhuis en de bouwmaterialenhandel. In een volgend artikel wordt ook gekeken naar waarom de consument deze producten bij dat winkeltype koopt.

Meerdere kanalen
Om te beginnen koopt de consument duidelijk bij meerdere kanalen tegelijk. Voor de analyse zijn vijf specifieke assortimenten onder de loep genomen. In Grafiek 1 is weergegeven waar de consument zijn producten zegt te kopen. Zoals te verwachten is, zijn de typische badkamerproducten -in onze vergelijking douchecabines en badmeubelen- zaken waarvoor de koper bij voorkeur naar een speciaalzaak gaat. Producten als accessoires, maar ook kranen worden relatief iets vaker bij bouwmarkten gekocht. Van alle producten die in dit onderzoek zijn gemeten (meer dus dan hier geanalyseerd) wordt 40 procent gekocht bij de speciaalzaak, 38 procent bij de bouwmarkt, 14 procent bij het woonwarenhuis en 5 procent bij de bouwmaterialenhandel.

Aankoopbedragen
In geld uitgedrukt blijkt, dat de consument duidelijk hogere uitgaven doet bij de speciaalzaak dan de bouwmarkt: ruim 30 procent meer. Maar ook bijna 20 procent meer dan bij het woonwarenhuis. Respondenten kopen dus niet alleen vaker badkamerproducten bij de speciaalzaak, ze investeren hier ook meer dan bij andere winkelsoorten. Tabel 1 geeft een overzicht van de gemiddelde bestedingen per assortimentsgroep.
Aan douchecabines en -wanden besteden consumenten gemiddeld € 885 bij de speciaalzaak en slechts € 590 bij de bouwmarkten. Nog lager zijn de bestedingen bij de woonwarenhuizen (zoals Ikea). Bij de bouwmaterialenhandel wordt daarentegen iets boven het gemiddelde besteed, waarschijnlijk omdat hier de meeste badkamers worden gekocht die resulteren in complete verbouwingen. (Grafiek 2)
Waar het gemiddeld bestede bedrag aan kranen € 317, bedraagt variëren de investeringen tussen de € 510 bij de speciaalzaak en de € 185 bij de bouwmaterialenhandel. Bestedingen in kranen bij bouwmarkten zitten hier precies tussen in, met € 427. (Grafiek 3)

Badkamerspeciaalzaak
Gemiddeld besteedt men € 752 aan een badmeubel. De bouwmaterialenhandel steekt in dit geval ver boven de andere kanalen uit, omdat hier -bij een verbouwing- vaak samen met de aannemer een nieuwe badkamer en al haar onderdelen wordt gekocht. Hier besteedt de consument bijna 52 procent meer dan gemiddeld. De badkamerspeciaalzaak scoort hier eveneens hoger, bouwmarkt en woonwarenhuis wat lager (respectievelijk -11 procent en -13 procent). (Grafiek 4)

Tegels
Waar de consument gemiddeld € 1.291 aan tegels besteedt, doen zij dan meer bij het woonwarenhuis. Hier is het aankoopbedrag € 1.665 ofwel 29 procent meer. Hier geldt wellicht het oude uitgangspunt: ‘massa is kassa’. Zo presenteert Ikea haar Markyta vloer- en wandtegels voor € 29,95 per vierkante meter. ‘Voor dezelfde uitstraling tegen een betaalbare prijs’, maar dan wel ‘gemaakt van kunststof’ en dus niet keramisch.
Ook de aankoopbedragen bij de speciaalzaken en de bouwmarkten liggen boven het gemiddelde. En dan gaat het natuurlijk wel om keramische tegels. Duidelijk lager zijn de investeringen die in andere kanalen worden gedaan (zoals internet of partijenverkoop). (Grafiek 5)

Installatie
In het onderzoek is ook gevraagd naar de investeringen in installatie- en montagekosten. In deze analyse zij deze kosten niet gespecificeerd naar type product, maar naar winkeltype. Gemiddelde installatie- en montagekosten bedragen € 1.167 per aankoop. Zoals verwacht mag worden, zijn die het laagst bij de bouwmarkten; dit winkeltype is er immers op gericht op doe-het-zelf. Bestedingen bedragen dan ook slechts € 644. Evenmin verrassend is dat men het het meest betaald bij de speciaalzaak. Dikwijls gaat het dan om complete badkamers. Ook het woonwarenhuis berekent een gemiddeld iets hogere bedrag. (Grafiek 6)

Gemiddelden
In grafiek 7 zijn de bestedingen omgerekend tot gemiddelden. Het doel van deze grafiek is uitsluitend om de verschillen weer te geven tussen de diverse winkeltypen. De genoemde bedragen zijn niet de gemiddelde investering van alle gekochte producten die in het onderzoek zijn meegenomen, maar die van de hierboven gebruikte cijfers van badmeubelen, douchecabines, kranen, tegels en installatiekosten.
In groen zijn de gemiddelde procenten aangegeven dat een kanaal boven het gemiddelde zit en in rood de daling. Zoals verwacht mag worden, besteden consumenten per aankoop meer bij de badkamer- en tegelspeciaalzaken, maar ook -in mindere mate- bij de woonwarenhuizen en bouwmaterialenhandels.
 
 
◀ Terug Delen
 
Uw mening
U heeft al eerder aan de huidige stemming(en) deelgenomen.
 
Klik hieronder om de resultaten van de laatst gehouden stemmingen te bekijken