Apparatuur profiteert van opleving
 
Keukenzaken liften mee
De economie groeit weer, de bestedingsbereidheid bij de Nederlandse consument trekt aan en het showroombezoek neemt toe. Ook de keukenapparatuur profiteert goed van die aantrekkende markt, zo blijkt uit onderzoek van Qudata Markt & Trendanalyses onder 1.500 consumenten, die onlangs of binnenkort keukenapparatuur kopen.
 
In de eerste plaats valt bij de uitkomsten van het Qudata-rapport de bestedingsbereidheid op. De vraag ‘Hoeveel besteedt u aan de aanschaf van nieuwe keukenapparatuur?’ werd in het crisisjaar 2013 door de respondenten beantwoord met gemiddeld 1.466 euro. Afgelopen jaar, toen er een einde leek te zijn gekomen aan acht jaar crisis, nam dat gemiddelde bedrag al met 400 euro toe. Dit jaar stijgt dat gemiddelde bedrag bij de 1.500 respondenten zelfs nog verder naar 2.337 euro. Vooral het percentage consumenten dat meer geld dan 2.000 euro uitgeeft, is gestegen; en dan met name juist ook nog eens een bedrag boven de 7.000 euro. Afgelopen jaar was 4,8 procent van de ondervraagde bereid om meer dan 7.000 euro te besteden aan keukenapparatuur; dit jaar is dat percentage toegenomen tot 6,8 procent.
“Dat is correct”, is de ervaring van een Gelderse keukenondernemer. “Zowel het aantal apparaten in een order als de prijs van de apparaten zitten bij ons gemiddeld genomen in de lift. En dan bedoel ik vooral de extra apparaten zoals combi-stoomovens, inbouw-koffieautomaten, Quookers, extra ovens en wijnklimaatkasten. Door deze extra inbouwapparaten -ten opzichte van de traditionele vijf inbouwapparaten per offerte- en vaak ook luxere en duurdere inbouwapparaten, gaat de totale besteding qua percentage binnen een offerte aan inbouwapparatuur omhoog in vergelijking met een aantal jaren geleden.”

Nieuwe techniek
Dat heeft ook te maken met de veranderde redenen voor aanschaf van de apparatuur. Tijdens de crisisjaren koos de consument vooral voor nieuwe keukenapparatuur, omdat de bestaande apparatuur kapot was. In 2017 zien we een sterke toename van nieuwe apparatuur vanwege de totale vervanging van de keuken of vanwege de behoefte aan apparatuur met de nieuwste technieken.
Enkele cijfers: drie jaar geleden gaf 17 procent van de ondervraagden aan, nieuwe apparatuur aan te schaffen vanwege de behoefte aan nieuwe technieken. Dit jaar is dat gegroeid naar 24 procent. En wanneer we bijvoorbeeld wat specifieker kijken naar een downdraft afzuigkap, dan gaf een paar jaar geleden 6 procent aan juist dergelijke nieuwe apparatuur te willen hebben. Dit jaar is dat verdubbeld naar 12 procent.
“Inderdaad verkopen wij bijna in iedere keuken een inductiekookplaat met downdraft inductie”, meldt keukenondernemer Eddy Kooistra uit Roden. “Bij ons gaat het met name om merkapparatuur; die bieden toch het meeste vertrouwen. Tevens verkopen we, door iedere zaterdag stoomdemo's te geven, van iedere tien keukens er acht met een stoomoven. De rest van de apparatuur blijkt bij consumenten dan iets minder duur te mogen; ook in de keukens van 15.000 euro en hoger.”
Toch zal dit niet voor de gehele branche gelden. “De bestedingen aan keukenapparatuur zijn bij ons gelukkig in de afgelopen jaren steeds constant gebleven of zelfs gestegen”, zegt Patricia Claessen, directeur van Tinneman Keukens in Ittervoort. “En nieuwe technieken verkopen wij al zeker zeven jaar waardoor wij dit niet als enige oorzaak zien.”
Wanneer we de presentaties zien op bijvoorbeeld de IFA in Berlijn, dan kunnen we constateren dat de ontwikkelingen binnen keukenapparatuur nog veel verder zullen gaan. Met dit jaar op de IFA zelfs een speciaal ‘podium voor innovatie’: IFA Next. “Dit brengt samen wat samen hoort: wereldwijde knowhow voor de toekomst van technologie, zaken en levensstijl.”
Al stelt de consument daaraan ook zijn of haar eigen grenzen, zo wordt gewaarschuwd door de producenten. “Consumenten verwachten dat hun keukenapparatuur hen in staat stelt te genieten; ze willen niet dat de apparatuur het koken volledig overneemt.” Al kan een ‘persoonlijke spraakgestuurde keuken-assistent’ natuurlijk best prettig zijn.

Designgericht
De gehele aankoop-instelling van de consument blijkt inmiddels te zijn veranderd. Hij of zij heeft veel minder belangstelling gekregen voor aspecten als prijs, service en garantie. Tegelijkertijd nam de aandacht voor merk en design juist toe. Gaf in crisisjaar 2013 nog tweederde van de consumenten aan, vooral naar de prijs te kijken, inmiddels is dat gedaald naar de helft van de ondervraagden. De aandacht voor service en garantie is in die jaren gedaald van 20 naar 16 procent.
Het percentage consumenten dat het merk van de apparatuur zeer belangrijk vindt, is in deze jaren gestegen van 7 procent naar 9 procent. En de vraag naar designapparatuur is toegenomen van 10 procent naar 16 procent.
Patricia Claessen van Tinneman Keukens herkent zich hierin: “Mensen worden zich weer bewust van andere criteria dan alleen de prijs. Je merkt dat criteria als kwaliteit weer meer terrein winnen. Merk en design zijn hierin ook belangrijk.”
Eddy Kooistra uit Roden: “Design -en dus de in het oog springende apparatuur- is belangrijk. Op alles achter de fronten wil men nog wel op bezuinigen, als het moet.”

Meeprofiteren
Wat betekent dit voor de keukenspeciaalzaak? Ook de winkel -en met name de keukenzaak- kan duidelijk meeprofiteren van deze toegenomen consumentenbestedingen. Dit alleen in vergelijking met de crisisjaren, maar zelfs wanneer we het jaar 2016 vergelijken met 2017. Het percentage consumenten dat aangeeft de keukenapparatuur aan te schaffen in de winkel is in een half jaar tijd toegenomen van
64,9 procent naar 66,3 procent. Het percentage dat aangaf dit via internet te doen daalde tegelijkertijd van 25,9 procent naar 25,5 procent. Dat is toch wel een opvallende ontwikkeling in een tijd, waarin in veel branches de online verkopen juist sterk groeien.
Nog positiever is de ontwikkeling, wanneer we kijken naar de positie van de keukenzaak in de aanschaf van nieuwe apparatuur. ‘Ik koop mijn apparatuur in de keukenspeciaalzaak’, gaf 52,5 procent van de ondervraagden aan in 2016. Dit jaar is ook dat toegenomen, namelijk naar bijna 55 procent. Dit wordt ‘afgeknabbeld’ van het aandeel van huishoud-electrozaken, woonwarenhuizen (zoals Ikea) en bouwmarkten/bouwmaterialenhandel, die allemaal één of meer tienden procenten marktaandeel verliezen.
Eddy Kooistra uit Roden: “Wij hebben eigenlijk nooit last gehad van internet bij aanschaffen apparatuur in een keuken. De vervangingsmarkt daarentegen is voor ons niet meer belangrijk. Daar wordt op prijs gekocht; al komt die groep consumenten toch nog wel vaak in de toonzaal om ons aan het
werk zetten omtrent voorlichting over de apparatuur.”
Een keukenondernemer uit Oost-Gelderland: “Het is inderdaad zo dat wij in ieder geval de orders voor onze keukens afsluiten inclusief levering van de inbouwapparaten. Wij profiteren als keukenzaak met betrekking tot de hoeveelheid complete orders ook van de goede conjunctuur. Ook de verkoop van losse inbouwapparaten zit bij ons in de lift, maar dat kan ook een tijdelijk fenomeen zijn.”
Martijn Waalboer van Asto Keukens te Rotterdam merkt ook dat de keukenondernemer meeprofiteert van de toegenomen consumentenbestedingen klopt, maar zo benadrukt hij: “Oriëntatie op internet blijft belangrijk voor de consument.”
 
 
◀ Terug Delen
 
 
Relevante publicaties