“Wij proberen een winkel te hebben met een brede basis én een klantvriendelijke, brede manier van presenteren”, vertelt Jos Groenen. “Ik zou het heel vervelend vinden als vrouwen in de auto blijven zitten terwijl hun man zijn inkopen hier doet. Wij richten ons op iedereen en bieden bouwmaterialen, machines en gereedschappen, maar we hebben eveneens een groot aanbod woonaccessoires. Inspiratie opdoen, lekker neuzen, dat kan hier ook.”
En dat laatste kan zeker bij Groenen bouwmarkt. Bij binnenkomst oogt Groenen als een willekeurige bouwmarkt. Muurverf, lakverf, een mengmachine, hang- en sluitwerk, deurbeslag, gereedschappen, boormachines, een hele rij koopjesbakken.

Specialiseren
Alles is er. Maar wie wat verder doorloopt, staat ineens midden tussen de keukens en badkamers. Complete keuken- en sanitairopstellingen, ruim gepresenteerd, een grote hoeveelheid accessoires. Een speciaalzaak onder het dak van de bouwmarkt. Het is precies wat Groenen nastreeft. “Puur op prijs red je het als bouwmarkt niet meer. Je zult je moeten specialiseren. Dat hebben wij hier gedaan met keukens en sanitair. En ook binnen die groepen zijn wij weer gaan selecteren. Een kleiner assortiment, minder leveranciers, maar de dingen die we hier hebben vind je als consument niet overal.” Van vier merken keukens ging Groenen naar twee merken. Alles leveren is niet meer van deze tijd, meent de ondernemer. “Je moet je klant triggeren, winkelen moet vooral funshoppen zijn. In een tijd waarin alles via internet op te zoeken en te koop is, moet je als winkel ook weten wat je niet wilt laten zien. Wij zijn bewust selectiever geworden.” Tegen internet valt nauwelijks te concurreren, weet Groenen inmiddels. “Alle A-merken zijn online te vinden. Eén klik en je hebt een overzicht met prijzen. Dat is voor een consument snel verdiend. Als ondernemer met een fysieke winkel moet je dus meer unieke dingen bieden.” Meer verbeelding, dat is waar Groenen naar toe gaat. Niet enkel een paar stroken laminaat naast de voorraad rechtop zetten, maar hele vloeren laten zien. Geen pallets met voorraden, maar beleving bieden. “Meer sfeer, echt speciaalzaken onder één dak. Minder aanbod, maar keuzes maken in wat we laten zien. Unieke, mooie producten.”

Familiebedrijf
Al veertig jaar is Groenen bouwmarkt een familiebedrijf. Ooit begonnen als bouwmarkt met zo’n 2.000 m2 en in de loop der jaren uitgegroeid tot de 7.000 m2 grote winkel die het nu is. Natuurlijk heeft Groenen ook concurrenten. De grote Praxis bijvoorbeeld, die qua locatie heel gunstig gelegen is naast de nieuwe woonwijk in Veldhoven. Tegelijkertijd heeft Groenen, juist doordat zij nog altijd een familiebedrijf zijn, de gunfactor. Hij realiseert zich dat veel consumenten op prijs kopen, maar weet ook dat het gaat om meer dan dat. “Vergelijk het maar met uit eten gaan. Het gaat niet alleen om een lekker stukje vlees, het totaalplaatje maakt het verschil en bepaalt of je een volgende keer terugkomt.” Bij Groenen zijn ze zich bewust van de toegevoegde waarde van specialisme en klantgerichtheid. Een bezorgservice, deskundige medewerkers, een royale koffiehoek.

Ontzorgen
‘Ontzorgen’ is een populaire kreet tegenwoordig, maar Jos Groenen beseft maar al te goed hoe belangrijk het is. En doordat Groenen onder dezelfde vlag behalve een bouwmarkt ook een bouwbedrijf heeft, kunnen zij hun klanten eenvoudig ‘ontzorgen’. “Wij kunnen alles doen. Van badkamers en keukens installeren tot en met een compleet huis bouwen. In principe staat het bouwbedrijf volledig los van de bouwmarkt. We zijn niet afhankelijk van elkaar, maar het is wel een versterkende factor. Een klant die hier binnenkomt kan bij Groenen alles kopen én laten maken.”
Bouwbedrijf Groenen is vooral gericht op de utiliteitsbouw en werkt door het hele land. Voor kleine projecten werkt de bouwmarkt samen met een aantal vaste zzp’ers.

Zelfstandig
Dat ze nooit aangesloten zijn bij één van de grote franchiseformules in Nederland is, aldus Groenen, ‘misschien een stukje eigenwijzigheid’: “Het is zo gegroeid. Wij zijn altijd zelfstandig geweest en willen ook niet in de pas van een grote organisatie lopen. Soms vraagt zelfstandig zijn meer energie. Wij hebben geen hoofdkantoor dat op centraal niveau dingen regelt, wij zijn zelf het hoofdkantoor. Maar tegelijkertijd kunnen wij soms makkelijker op veranderingen in de markt inspelen. We beslissen alles zelf.”