Ruim duizend consumenten hebben aangegeven dat ze het afgelopen half jaar hebben geklust of dat het aankomende half jaar van plan zijn. De klussen die het vaakst worden genoemd door de consumenten zijn het verven/schilderen binnen, allerlei kleine klusjes, verven/schilderen buiten, tuinieren, boren, schroeven en iets ophangen. De relatief kleine klussen dus. Toch gaat ook ruim 10 procent bezig met het onderhoud van het dak.

Zelf doen, laten doen
Interessant is natuurlijk om te achterhalen door wie de consument nu al die klussen laat uitvoeren. Ingewikkelde klussen, zoals het plaatsen van een dakkapel, worden door de consument uitbesteed, net zoals in 2012. De consument kiest voor het plaatsen van een dakkapel het liefst voor een algemene klusser of klusbedrijf, namelijk in 41 procent van de gevallen. Ook kiest men het vaakst de algemene klusser bij het installeren van de badkamer of het in elkaar zetten van sanitair, namelijk 31 procent.
Het algemene klusbedrijf is soms ook een goede tweede keus voor de consumenten. Het gaat dan om de volgende klussen:,wanden stucen, tegels zetten/leggen en glas zetten. En het algemene klusbedrijf is derde keus bij de volgende klussen: dak onderhouden, gevel reinigen, allerlei kleine klusjes, schuur plaatsen en boren, schroeven of iets ophangen.
Het specialistische bedrijf, zoals een schilderbedrijf, wordt het vaakst ingeschakeld bij het zetten van glas, het dak onderhouden, wanden stucen en de keuken plaatsen. De consument kiest in tweede instantie voor de specialistische bedrijven bij het plaatsen van een dakkapel, het reinigen van de gevel, verven/schilderen binnen, verven/schilderen buiten, de vloer leggen, tuinieren, tuin aanleggen en de badkamer/sanitair in elkaar zetten. En de ‘specialisten’ zijn derde keus bij het behangen, elektriciteit aanleggen, een schuur plaatsen en meubel maken/in elkaar zetten.
De consument doet het liefst de volgende klussen zelf: gevel reinigen, allerlei kleine klusjes, behangen, verven/schilderen binnen en buiten, tegels zetten/leggen, elektriciteit aanleggen, vloer leggen, tuinieren, tuin aanleggen, schuur plaatsen, boren, schroeven of iets ophangen en meubels maken/in elkaar zetten.
Met stip op twee staan het dak onderhouden, glas zetten en de keuken plaatsen. En de derde keus gaat naar het plaatsen van een dakkapel, wanden stucen en badkamer/sanitair in elkaar zetten.

Weinig actie
Het vreemde is dat in dit onderzoek de winkel waar het artikel is gekocht weinig tot niet in actie hoeft te komen. Alleen op het gebied van keukens komt de winkel naar voren, namelijk 20 procent van de consumenten geeft aan de keuken door de winkel te laten plaatsen waar de keuken is gekocht. Deze optie komt voor de consumenten slechts op de derde plaats, voorafgegaan door een specialistisch bedrijf en het zelf doen. Dit komt wellicht doordat de keukenzaak waar de consument de keuken koopt, het monteren ervan uitbesteedt aan een extern of aan het bedrijf gelieerd montagebedrijf. Dat geldt ook voor Ikea-klanten; Ikea werkt immers ook samen met montagebedrijven die zorgen dat de keuken kan worden gemonteerd.

Minder zelf
De consument geeft nog steeds aan veel klussen zelf te (willen gaan) doen, maar ten opzichte van 2012 is dit aandeel zeker afgenomen. Om precies te zijn is dit percentage voor iedere klus afgenomen. De drie klussen die het meeste aandeel hebben verloren op het gebied van zelf doen, zijn de tuin aanleggen, badkamer/sanitair in elkaar zetten en het verven/schilderen binnen. Voor het specialistische bedrijf is het gunstig dat de consument minder zelf doet met de tuin aanleggen en het verven/schilderen binnen, want zij krijgt het grootste percentage erbij. En de algemene klusser heeft er weer profijt van dat de consument minder vaak zelf de badkamer/ het sanitair in elkaar zet.
Hoe zou het komen dat de consument minder klussen zelf aanpakt ten opzichte van 2012? Is het de 6 procent BTW-verlaging? Heeft de consument echt steeds minder tijd om zelf klussen aan te pakken? Of blijven klussen steeds langer op de plank liggen met het idee het ooit zelf te doen? En dat uiteindelijk, bijna in geval van nood, het specialistisch bedrijf of de algemene klusser wordt ingeschakeld om alsnog de klus te klaren? Wellicht is het antwoord een combinatie van factoren.

Producten voor de klus
Voor een klus zijn doorgaans heel wat materialen en producten nodig. De meerderheid van de consumenten geeft aan deels zelf en deels het bedrijf te bepalen welke producten en materialen worden gebruikt voor een klus. Ruim eenvijfde van de consumenten geeft aan dat helemaal zelf te bepalen. En 14 procent geeft aan dat alleen het bedrijf bepaalt.
In het onderzoek van Qudata is ook de vraag gesteld wie de producten voor de klus haalt of bestelt. Het bedrijf/klusser zorgt in 35 procent van de gevallen voor alle producten. Bijna een derde van de consumenten geeft aan de producten deels zelf te halen en deels het bedrijf/klusser. Bijna eenvijfde van de consumenten haalt de producten zelf in huis. Slechts 8 procent van de consumenten zegt zelf de producten uit te kiezen en het vervolgens op te laten halen door het bedrijf/klusser.
Klussen waar overduidelijk het klusbedrijf voor alle producten zorgt, zijn het plaatsen van een dakkapel (44 procent) en het reinigen van een gevel (42 procent). Voor de rest van de klussen schijnen de consument en het klusbedrijf de taken eerlijk te verdelen. Een klusbedrijf of specialistisch bedrijf heeft meestal het voordeel dat zij bouwmaterialen voordeliger kunnen inkopen. Zij hebben bijvoorbeeld afspraken met leveranciers en krijgen (kwantum)kortingen. Dit werkt natuurlijk in positieve zin door op de rekening van de consument. Logisch dus, dat de consument naast zijn eigen stem, ook die van het klusbedrijf laat gelden.