Van de buitenkant ziet de portiekflat aan de Oude Losserstraat in Oldenzaal eruit als een doorsnee jaren zestigcomplex. Maar schijn bedriegt. Direct al bij het betreden van de portiek is duidelijk dat woningcorporatie WBO Wonen deze flat op een bijzondere wijze heeft gerenoveerd. De portiek van het complex oogt licht en fris, met eigentijdse kleuren. Datzelfde geldt voor de onderliggende kelder, met in het midden een grote ruimte voor fietsen en daaromheen de bergingen voor de acht appartementen. De muren zijn licht geschilderd, de deuren van de bergingen in strak rood, met daarop in het groot de huisnummers van de flats waarbij ze horen. Opvallend ook: er ligt vloerbedekking op de vloer van de kelder. “Bergingen zijn altijd grijze, donkere ruimtes. Daar voelen mensen zich vaak niet echt veilig. Op deze manier hebben wij geprobeerd dat te verbeteren, de bewoners zijn er erg blij mee”, zegt directeur Harry Tossaint van WBO Wonen.

Gerestyled
De portiek belooft veel over de wijze waarop WBO Wonen de woningen in het complex heeft gerenoveerd. Of gerestyled, zoals de woningcorporatie het zelf graag noemt. En daarmee zeggen ze niets teveel, blijkt wanneer Harry Tossaint de modelwoning op de eerste etage van de flat laat zien. De pakweg vijftig jaar oude flatwoning ziet eruit als een eigentijds, haast trendy appartement. Met ogenschijnlijk simpele ingrepen is dat resultaat bereikt. In de hal zijn de meeste deuren verdwenen en tussenmuurtjes deels weggebroken. De keuken, met een mooi hooglans keukenblok, en kamer zijn daardoor deels open. Een slaapkamer is bij de woonkamer aangetrokken en kan worden ingericht als bijvoorbeeld eet- of werkkamer. Tussen de grote en kleine kamer zijn sfeervolle schuifdeuren aangebracht. Nisjes en loze ruimtes in de woning zijn praktisch benut voor kasten of een kapstok.
Maar meest opvallend aan de gerestylede woning zijn het toilet en vooral de doucheruimte. Helemaal van deze tijd, met moderne radiatoren, strakke wastafels, een hangend toilet en een inloopdouche.
Veertien appartementen heeft WBO Wonen inmiddels op deze wijze vernieuwd en in de verkoop gedaan. De prijs varieerde van 110.000 tot 125.000 euro, sommige woningen hebben een extra slaapkamer. De appartementen gingen als warme broodjes de deur uit, zegt Harry Tossaint. “Met name voor jongeren is het enorm aantrekkelijk.”
In totaal gaat WBO Wonen vier complexen met in totaal 72 woningen op deze wijze restylen. Daarvan gaan er 35 in de verkoop. De huurwoningen worden aangepakt als huurders dat zelf willen, de huur gaat dan wel 120 euro omhoog, maar blijft binnen de huurtoeslaggrens. Zijn zittende huurders niet geïnteresseerd, dan wordt hun woning pas opgeknapt bij mutatie.

Team
Bijzonder aan de aanpak van WBO Wonen is dat het wordt ontwikkeld en uitgevoerd door een team, bestaande uit een binnenhuisarchitect, makelaar, aannemer en zonodig een architect voor de buitenkant van het pand. De aannemer stelt vast wat de maximale waarde van een bepaalde woning in een bepaalde buurt mag zijn. Het verschil tussen de huidige en maximale waarde mag worden ingezet voor de verbetering. Taak aan de binnenhuisarchitect en aannemer om binnen deze grens een maximaal resultaat neer te zetten. “Samenwerken en open staan voor overleg, daar gaat het om in het team”, zegt Tossaint. “De binnenhuisarchitect moet uiteraard de mogelijkheden van de woning doorzien, maar wel goed met de aannemer overleggen hoe dat effectief en tegen zo laag mogelijk kosten kan worden uitgevoerd.”

Standaard
Opvallend daarbij is dat in de woning wordt gekozen voor een standaard indeling en een standaard keuken en sanitair. Hooguit kunnen bewoners kiezen voor een extra optie als schuifdeuren tussen de woon- en werkkamer, maar verder hebben ze geen keuzevrijheid. Terwijl dat in corporatieland juist de trend is.
Tossaint: “Dat klopt, maar keuzevrijheid zorgt voor veel extra werk en meerkosten. Wij praten veel met onze klanten, wat vinden ze belangrijk in een woning, wat vinden ze mooi? Daaruit pakken we de grote gemene deler en dat bieden we aan. Wel kiezen we binnen de mogelijkheden voor zoveel mogelijk kwaliteit. Een hoogglans keuken van Keller, sanitair van Villeroy & Boch en kranen van Grohe. Dat zijn merken met uitstraling. Doordat we groot inkopen kunnen we goede deals sluiten met deze fabrikanten. Het is voor beide partijen interessant en op die manier kunnen wij ook aan een sociale huurwoning enorm veel kwaliteit toevoegen.”

Particulier
WBO Wonen is dit restyle-concept inmiddels verder aan het uitbreiden. Ook buiten het eigen woningbezit. De corporatie heeft recent namelijk twee langdurig te koop staande particuliere woningen opgekocht. Ook in deze beide woningen, één uit de jaren zeventig en één uit de jaren tachtig, zijn een (binnenhuis)architect, makelaar en aannemer aan de slag gegaan met een renovatieplan. Uitgangspunt is hetzelfde als bij de flats: de makelaar bepaalt wat de maximale verkoopprijs van de woningen kan zijn. Binnen dat budget gaan de binnenhuisarchitect en aannemer aan de slag. In de jaren tachtigwoning is met name de badkamer helemaal gemoderniseerd en zijn wanden en vloeren opgeknapt. Een nieuwe keuken is niet geplaatst, maar wel kunnen kopers via de connecties van WBO Wonen voor een aantrekkelijke prijs een mooie keuken kopen.
Het team dat de jaren zeventigwoning opknapt, heeft juist wel gekozen voor een nieuwe keuken. Ook worden kamer en gang fris wit geschilderd en is de achtergevel voorzien van een strakke veranda.
Tossaint: “Een mooie keuken of badkamer, een frisse entree, dat zijn zaken die de consument belangrijk vindt. Dat springt ook direct in het oog. En zo’n veranda geeft voor relatief weinig geld de woning ook iets extra’s.”

Inspiratie
De opgeknapte woningen zullen zo snel mogelijk worden verkocht. WBO Wonen verwacht dat ze door de restyling beter in de markt liggen. De investering moet met de verkoop weer worden terugverdiend. Als blijkt dat deze aanpak werkt, gaat de corporatie mogelijk vaker particuliere woningen opkopen. Harry Tossaint: “Een mooie mogelijkheid om de woningmarkt in Oldenzaal te stimuleren. Wij zetten ons graag in voor dit maatschappelijk doel. En als het goed gaat, kost het ons uiteindelijk geen geld.”