2010 was voor de gehele woonbranche een roerig jaar. Hoe is het afgelopen jaar voor De Mandemakers Groep verlopen? Om te beginnen bij de keukenbranche, de oorsprong van het bedrijf...
“De geluiden vanuit de markt zijn verschillend”, constateert Ben Mandemakers. “Maar ik schat dat de totale keukenmarkt in Nederland in 2010 minimaal min vijftien tot min twintig was ten opzichte van het jaar daarvoor. Wij hebben het gelukkig beter gedaan dan de markt. We zijn dan ook niet ontevreden. Maar ik had een hogere omzet willen hebben. Als je kijkt naar de kwaliteit die wij over de hele linie in onze winkels hebben geleverd, dan had ik meer verwacht. Maar je hebt ook te maken met een klant die zijn geld minder makkelijk uitgeeft.”
De Mandemakers Groep gaat dit jaar in Nederland een kleine twintig nieuwe keukenwinkels openen, verspreid over de diverse formules. “Van Keuken Kampioen tot KeukenConcurrent, maar er komen ook nieuwe Svea’s en Grando’s bij. En we gaan starten met een nieuwe formule. Verder gaan we actief in België beginnen. We zijn daar druk bezig om franchisenemers te zoeken voor Svea-winkels. En ook in Duitsland willen we verder groeien. De eerste Mandemakers Keukens is nu geopend in Nordhorn. Je moet dat zien als een pilot. We gaan eerst kijken hoe de Duitse klanten daarop reageren.”

Sanitair
Wanneer we kijken naar de activiteiten op de sanitairmarkt, kan Ben Mandemakers constateren: “We doen het echt goed op de sanitairmarkt. Met badkamers hebben we zelfs geplust het afgelopen jaar.”
De Mandemakers Groep investeert de komende jaren fors in de verkoop via internet. “De verkoop van sanitair via Saniweb hebben we goed voor elkaar. Dat loopt goed. Ook keukenapparatuur via de website Apparatenkampioen is helemaal top. Maar met de keukens zelf zitten we nog in de beginfase. Keukens op internet verkopen is nog niet zo makkelijk. Klanten willen een keuken toch zien en voelen. Op dit moment verdienen we daar niets aan en kost het ons alleen maar geld. Maar ik verwacht dat het verkopen van keukens via internet over vijf jaar geld op gaat leveren. We zullen het voor elkaar moeten krijgen om keukens via internet goedkoper te krijgen dan in de winkel.”

Social media
Ook de opkomst van social media is niet voorbijgegaan aan De Mandemakers Groep. “We schakelen het op het ogenblik nog niet in. Als DMG twitteren wij niet. Maar we houden wel heel goed in de gaten wat er op dit moment gebeurt op het gebied van social media en E-Commerce. Wij hebben een team van tien man dat zich uitsluitend bezig houdt met internet. En elke twee weken vergaderen we over dit soort zaken. En dus ook over hoe we in de toekomst omgaan met bijvoorbeeld social media. Maar we houden het web wel heel scherp in de gaten, hoor. Als er morgen en klacht over DMG op staat, dan springen we daar gelijk op in en nemen we direct contact op met die klant. De markt is zo open, de markt is zo transparant, daar zijn wij als DMG alleen maar blij mee. Want als een bedrijf er een zooitje van maakt dan is dat via social media gelijk zichtbaar. Het is niet meer zoals vroeger in de tijd van de negatieve publiciteit rondom Verkerk en Horn dat je eerst jarenlang kon aanrommelen. Dat ligt nu gelijk op straat via een bericht op Twitter. Op deze manier wordt het allemaal veel transparanter. Het belangrijkste vind ik dat wij tevreden klanten hebben: wij scoren liever index zeventig met tevreden klanten dan index honderd met ontevreden klanten!”

Projectmarkt
Op de laatste Bouwbeurs in Utrecht zagen we geen stand van Brugman Projecten. Is, nu de projectmarkt is ingestort, dit geen interessante markt meer voor DMG? “Juist nu liggen daar voor ons de kansen”, zegt Mandemakers. DMG heeft al zijn projectactiviteiten sinds kort geclusterd in DMG Projecten, met Willem Hoefakker als directeur, die een team van twaalf man aanstuurt. “Daarvoor werd er verspreid over DMG aan projecten gedaan. Bijvoorbeeld door Brugman Projecten. Maar het is veel beter om een gezamenlijke focus te leggen. Wij investeren heel veel in projecten, onze omzet is het afgelopen jaar meer dan verdubbeld. Wij gaan binnen nu en vijf jaar minimaal veertig miljoen euro in projecten doen. Wij geloven dan ook dat daar voor ons heel duidelijk kansen liggen.”